Daarna ging ik naar het Petrus Canisius College in Alkmaar. In 1941 ben ik geslaagd. vierde klas terecht. Ik kon makkelijk van huis, m'n moeder had er meer last van dan ik. Ik ging naar kostschool voor de opvoeding en ook om Frans te Ieren spreken. Op Zaterdag kreeg je een reep als je zo accentloos mogelijk Nederlands gesproken had, ook op de speelplaats. Ik heb heel wat reepjes ver diend. Driemaal per jaar mochten we naar huis.In 1934 ging ik naar het Dominicus College in Neerbosch. Ik wilde Dominicaan worden. Ik ben er vier jaar geweest. Toen kwam de moei lijkheid. De tijd van gelofte kwam en ik besefte dat ik me niet wilde binden, 't Was heel moeilijk om het thuis te ver tellen. Daarom ben ik nog drie maan den naar Hageveld gegaan en ik schreef m'n zus dat ik naar huis wilde. Die heeft het weer aan m'n vader en moe der verteld. Van links naar rechts: Gré, Trijntje, Piet en Gerard Meijne Ik wilde advocaat worden. Daarom ging ik in 1945, na de oorlog, naar de Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam. In dat jaar stierf m'n vader. Toen ik in 1948 m'n kandidaats zou gaan doen, stierf m'n schoonzuster in Engeland. Omdat ik de enige was, die daarvoor gelegenheid had en ook Engels sprak, ben ik er heen gegaan. Toen ik na een paar maanden terugkwam, waren verschillende tentamens voor het kandidaats verlopen. Ik heb 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1992 | | pagina 16