hebben we de lelies gedeeltelijk in kassen gekweekt en zo is 't begonnen. De eerste tentoonstelling was in het
gemeentehuis. Ik was medeoprichter en ook voorzitter.
Als voorzitter van de Liliade heb ik ook verschillende soorten bollen naar kasteel Drakesteyn gebracht. Prinses
Beatrix was in die tijd hoogzwanger van prins Willem Alexander. Ik ging samen met burgemeester De Sonnaville,
die de auto bestuurde. Bij de oprijlaan moesten we stoppen voor de wacht. Drie persfotografen fotografeerden
mij met blitslicht. Ik wist niet waarom. Later bleek 't wel dat ze dachten dat ik de dokter was. Via de
Commissaris van de Koningin hadden we het voor elkaar gekregen dat prinses Beatrix in 1970 de Liliade zou
openen. Mevrouw Wijnen, de secretaresse van de prinses, had besloten dat de prinses naast mij moest lopen. Ik
heb mevrouw Wijnen gevraagd hoe ik de prinses aan moest spreken. Ze zei: "Dat ligt aan uzelf, u mag mevrouw
zeggen of majesteit". Ik sprak de prinses aan met mevrouw. Majesteit vind ik zo'n raar woord. De prinses zei
niet zoveel. Ze was eigenlijk een beetje weg van al die mooie soorten en kleuren. Ze had niet verwacht dat er
zoveel soorten lelies waren. En zo lopende voort praatte ik wat met haar. Prins Claus was er ook bij. Die liep
met de andere bestuursleden. Er was een nieuwe gladiool naar prins Claus vernoemd. Die stond ook op de
lelietentoonstelling. Later liepen we langs de lathyrus, daar was een inzending van de koninklijke tuinen bij. Toen
we de ronde hadden gehad kreeg de prinses een bakkie koffie en dat vond ze prima.
Ik ben twaalf jaar voorzitter van de Liliade geweest, 't Was zo druk, ik kon het allemaal niet meer aan. Ik heb
ook nog in besturen van bollenveilingen gezeten. Dat zette geen zoden aan de dijk, daar verdiende je niets mee.
Ik was niet de enige die bloemen in de kas kweekte, er waren er meer in Akersloot. Ik ben ook met een rolkas
begonnen. Tijdens één van de lelietentoonstellingen kregen we leliebloemen opgestuurd van Jan de Graaf, een
Hollandse bollenkweker in Amerika. Daardoor kreeg ik nieuwe connecties en door bemiddeling van Klaas de
Jong uit Andijk kocht ik 10.000 leliebollen uit Amerika, een nieuw apart soort voor 60 cent per stuk. Dat was
veel geld. Ik heb die bollen in de kas getrokken en ze brachten allegaar beste prijzen op. Dat heb ik zo enkele
jaren volgehouden en er geld aan verdiend. De kwekers zagen dat en zo werden er meer kassen in Akersloot
gebouwd. Dat was geen concurrentie want het aanbod voor de export was toen nog niet zo groot, er was een
tekort aan leliebollen en bloemen. Er werd toen misschien 10% gekweekt van wat er nu aan bollen is.
37