Ik ben ook in militaire dienst geweest. Toen ik uit dienst kwam was het net Akersloter kermis. Ik kwam daar een heel aardig meisje tegen, Bets Jansen. Ze logeerde bij Kruyenaar, daar woonde haar nicht. De raakte met haar op stap. Daarna stuurde ik haar af en toe een ansichtkaartje en we zijn nog een paar keer uit geweest naar de danszaal van Gijsen in Alkmaar of met de kermis. Ze woonde in Waarland en dat was me te ver. 't Was anderhalf uur fietsen, dus ik was niet zo wild. Ze wist het voor elkaar te krijgen om in Alkmaar in betrekking te gaan. Toen had ik er wel zin in. We hebben vier jaar verkering gehad. Op m'n 27e jaar, in 1935, zijn we in Waarland getrouwd. We liepen naar de kerk, het was betrekkelijk dichtbij. Bets droeg een zwarte jurk en ze had een prachtig boeket lelies. De trouwdag hebben we gevierd in huis bij vader en moeder Jansen, 't Was crisistijd, m'n moeder had een grote pan vlees meegenomen, 't Is allemaal prachtig gegaan. Ik kon 't huis huren waar m'n vader en moeder hadden gewoond op Starting. Het huis was toen eigendom van Van Tol, maar hij had het achtergelaten en was een bloemenwinkeltje in Alkmaar begonnen. Er was ook een hypotheekhouder. Via de notaris moest het huis publiek verkocht worden. Het hoogste bod was 1800,— voor huis met schuur, erf en kas en een tuin van een halve hectare. De hypotheekhouder wilde de kosten eruit hebben, hij had er 2000,-- hypotheek op staan. Hij dreef de prijs op tot 2500,—. Het werd niet afgemijnd dus bleef hij er zelf aan hangen. Ik kon het toen huren voor 175,— per jaar, dat is 3,50 per week voor het hele spul. Het huis was uitgewoond en moest grondig schoongemaakt worden. Later, toen de hypotheekhouder overleed en zijn erfenis verdeeld moest worden, heb ik het huis gekocht. De eerste jaren daar waren niet zo makkelijk, ik moest alles nog opwerken. Ik werkte drie dagen bij m'n vader. Daar kreeg ik 9.— voor, dat was het gebruikelijke loon. En daar moest m'n vrouw mee toe. Ik kweekte bollen en als ik wat verkocht had kon ik mest kopen of de huur betalen. Ik had ook een bedrijfje in Bergen voor aanleg en onderhoud van tuinen. Toen we gingen trouwen dacht ik dat daar een boterham in te verdienen was, maar dat viel tegen. De mensen hadden je alleen in de vakantietijd nodig. Maar ik onderhield ook de tuinen van de koloniehuizen: Jong Nederland, 't Zeehuis en 't Bio-vakantieoord. Dat waren goeie klanten. Ik heb dat aangehouden tot ik gemobiliseerd werd. Later werden de huizen door de Duitsers bezet en toen was het afgelopen. Tijdens de mobilisatie zat ik 9 maanden op Texel. Ik had nu en dan zakenverlof, dan kon ik de tuin nog een beetje onderhouden. Verder was er geen mens die er naar keek. M'n bedrijf raakte verwaarloosd. Toen ik na de 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1991 | | pagina 32