bij juffrouw Sernee en de derde en de vierde klas met
meester Woestenburg. Die man hebben we
verschrikkelijk geplaagd. Je had toen nog geen vrije
woensdagmiddag, de zaterdag was een vrije dag. Op
woensdagmiddag moesten we zingen en er waren van die
opstokers die zeiden: "Niet zingen". Maar toen het uur
van zingen was aangebroken kwam meester Sernee in de
klas en we deden evengoed merakels ons best. Ik mag
wel zeggen dat ik een goede leerling was, ik ben nooit
blijven zitten. Naar een rapport werd niet gevraagd, ik
heb nooit een rapport gehad. Toen ik van school af ging
had ik eigenlijk timmerman willen worden. Ik was altijd
thuis aan het knutselen en timmeren. Maar daar werd niet
over gepraat, je werkjasje lag al klaar. Lange dagen
werken en een vrije dag was er niet bij. Het ging toen
heel anders dan nu. Maar ik ging liever naar de tuin dan
naar school.
Bollen storten op de Uiterdijk
Starting zag er toen heel anders uit. De Startingerweg was een paardepadje. Er was een straatje in het midden
en aan de kanten grind voor de wagens. Timme hield de wegen bij. Hij reed met een grindkar waar schuiven aan
zaten en als er ergens een kuil was trok hij aan de schuif. Kanten opruimen en maaien werd toen niet gedaan.
Langs het weiland van Jaap Veldt waren wallen. Er waren ook wallen op de Buurtweg bij de boerderij van Sander
en op de Koningsweg. Die wallen waren een goedkope beschutting voor 't vee.
't Huis waar we woonden was gebouwd op de plaats waar eerst een ander huis had gestaan dat verbrand was.
Dat kon je nog zien aan de lindebomen die er voor stonden. Je keek vanuit de keuken op de Kerkedijk (nu
Raadhuisweg) en ook naar Uitgeest. Je kon zien wie er op de Sluisweg aan kwam rijden.
De Startingerweg was één van de hoofdwegen naar Limmen en werd als eerste geasfalteerd en ook de Bosweg,
die de hoofdweg richting Uitgeest was.
27