1932 werden de akkers opgemeten en de bollenteelt gesaneerd. Er was teveel bollenteelt. Er zijn toen heel wat
bollen op de Uiterdijk gestort. Vader was ook vooruitstrevend. Dat liet hij graag merken. Hij reed als eerste in
Akersloot op een stoomfiets.
Ome Jan en ome Cor hadden een gemengd bedrijf met wat koeien en bloembollen. Ome Cor, de jongste, woonde
eerst in de Hoogegeest. Z'n vrouw overleed. Daarna werd voor hem een huis gebouwd op Starting (nu n° 33).
Hij hertrouwde. Ome Jan is nooit getrouwd. Hij woonde met z'n zus Afra en m'n grootmoeder op een
boerderijtje op Starting (nu n° 37). Waar de postbode Veldt nu woont noemden ze 't weitje. Daar liepen een paar
koetjes op. Ze hadden daarachter nog meer land. Toen mijn vader en moeder trouwden waren allebei hun vaders
al gestorven. Ik heb alleen m'n grootmoeders gekend. Grootmoeder van moeders kant woonde in Ilpendam. Ze
sukkelde en heeft twintig jaar in bed gelegen. Wat ze mankeerde heb ik nooit geweten. Ze stierf toen ze 71 jaar
was. Toen ze werd begraven mocht ik mee. Ik weet het nog zo precies. Ze hadden een huis onder aan de dijk
en dan moest je een trappetje af. We gingen er heen met de boot. Na die tijd ben ik nooit meer in Ilpendam
geweest.
Toen ik vijf jaar was verhuisden we naar een groentewinkel tegenover de Jacobusschool aan de Julianaweg, nu
n° 19. Dat huis was nieuw gebouwd door Arie Buur. Er was toen 'n deur aan de voorkant. Ik weet nog van de
verhuizing. We gingen met een handkar met de hele boel het erf af en ik moest helpen duwen naar het nieuwe
huis. Daar stierf ook op zesjarige leeftijd m'n oudste broertje Paul aan hersenvliesontsteking. Er was stro op de
weg gestrooid om het lawaai van de paard en wagens te dempen toen hij ziek was. Dat kan ik me nog zo goed
herinneren. Ik zie hem nog in dat kistje liggen toen hij overleden was.
M'n vader ventte met groente maar de handel ging niet zo best. We hebben er niet lang gewoond. In 1914 huurde
m'n vader van Wilkes, de postdirecteur van Akersloot, een woning op Starting waar nu m'n zoon Arie woont
(n° 27).
Ik ging al eerder naar school toen we nog op de Julianaweg woonden. We woonden tegenover de school, maar
we moesten helemaal omlopen langs dokter en de Kerklaan, want achter mocht je er niet in. Aan de achterkant
van de school stonden leibomen met fruit en daar mocht je niet tussendoor. Van de schooljaren kan ik me niet
veel meer herinneren. Ik weet nog wel met welke jongens ik in de klas zat en ik heb alle klassen doorlopen. Eerst
26