Toen Jan Vis was gestorven kwam met goedvinden van Lourens Veer en Jan Blokker als opvolger Jan Sijmenszn Admiraal in dienst als pontbaas. Deze zetbaas verdiende op het veer zijn dagelijks brood, maar moest zelf voor het onderhoud van het pontje zorgen. Toen het pontje in 1819 defect raakte, wist schout Lourens Veer heel handig de reparatie op de gemeente te schuiven. In de notulen van de raadsvergadering dd. 17-3-1819 lezen wij: Het schouw over de Alkmaarsche Vaart, eigendom van L. Veer en J. Blokker als particulier terrein en bezit, waarop Jan Sijmenszn voor zijn groot gezin de kost mede verdient, moet gerepareerd worden. Het zal gebeuren op gemeentekasten, daar Admiraal anders aan de Armen komt. De volgende reparaties zouden voor rekening van Admiraal komen. Om hem enigszins tegemoet te komen werden de tarieven verhoogd, doch alleen voor personen die van buiten de gemeente komen. Voor ieder persoon Vi stuiver, voor ieder paard 1 stuiver en iedere wagen 2 stuivers. Daarmee begon geleidelijk aan de overgang van particulier eigendom naar gemeentebedrijf. De pontbaas was immers niet in staat de pont te onderhouden. Toen Admiraal overleed, verkeerde het pontje in een zeer slechte staat. Om in haar onderhoud te voorzien, moest de weduwe Admiraal een knecht voor het pontje aannemen. Burgemeester Schoehuizen schrijft hierover: Toen ik in 1823 in Akersloot werd aangesteld, vond ik het schouw in een desolate toestand, zodat men er bijna niet meer overvaren dorst, het was compleet in een zinkende staat met zeer gebrekkige touwen en een extra ordinaire luie schouwman (Hb. van Bethlehem) beminde van de wed. Admiraal en bij haar inwonend wellicht. Een ieder schreeuwt om een beter schouw. Ik stelde de gemeenteraad voor een ander schouw te maken en dat voor rekening van de gemeente. Jan Blokker nam hiermede genoegen, de fam. Veer wilde er ook niets aan doen en de gemeenteraad vond het goed. In de raadsvergadering, gehouden op 15-3-1824, werd besloten dat de tarieven van 1819 verouderd waren. Er werd een commissie aangesteld die zich onledig zou houden met het vervaardigen van een reglement voor de pontschipper van de Alkmaarsche Vaart, het huidige Noordhollands Kanaal. Een week later was de commissie klaar met haar reglement. De weduwe Admiraal en haar knecht moesten zich hieraan houden. Tot 1827 zou zij als veerschipper nog aanblijven.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1991 | | pagina 5