moette ik Jentine Heijne. Ik vond het een heel lief
meisje. Haar ouders woonden in Bakkum, haar vader had
daar een kapperszaak. Toen ik 24 was heb ik haar een
brief geschreven voor een ontmoeting en ik kreeg
verkering.
Ik wilde graag m'n vader opvolgen met de bankwerk-
zaamheden. Niek Krom heeft een tijd mijn vader in de
wagenmakerij geholpen maar omdat de boeren moderni
seerden was er niet veel werk meer. Op 1-8-1955, kort
nadat ik verloofd was, werd ik als kassier benoemd van
de Utrechtsche Bank, die toen de naam Boerenleenbank
had, en ik volgde m'n vader op.
Ik werkte in hetzelfde kantoor achter het huis. Het
bankwerk had ik niet onder de knie. De bank was
financieel niet draagkrachtig genoeg om twee mensen in
dienst te hebben. M'n vader moest mij na z'n pensione
ring geheel instrueren in het bankwezen. Alles werd nog met de hand geschreven. De bloembollenkwekers
werden tweemaal per jaar, veelal met cheques, betaald. Dat was een heel werk en er moesten maanden lang
overuren gemaakt worden.
In 1956 trouwde ik met Jentine Heijne. M'n vrouw droeg op de trouwdag een witte japon die door de huisnaaister
van haar ouders gemaakt was. Ze droeg een prachtige witte hoed, dat was revolutionair in die tijd. Ik vond het
geweldig toen ik haar zo zag. Het bruilofsfeest werd met de familie gevierd bij Jan Schoorl (café 't Pontje).
We gingen wonen aan het Dielofslaantje waar nu Dirk Zweeris woont (nu n° 1). Dat pand was van mijn
grootouders De Jong. Eerst woonde m'n broer Klaas er in. We hebben een half jaar bij hem ingewoond op
voorwaarde dat ik het huis zou kopen wanneer mijn broer en zijn vrouw naar Drente verhuisden. Toch heb ik
31