Toen in 1844 het pachtcontract afliep, waren er veel inschrijvingen. Bij publieke verpachting in De Groene Valck werd Pieter Mooy voor 140,- pachter. In 1849 moest de pont weer vernieuwd worden. Een bestek van Jb. Zwerver te Alkmaar werd toegezonden aan J. en W. Bagge te Alkmaar, K. Bakker en A. Groot te Akersloot. A. Groot, als laagste inschrijver voor 874,74, werd aannemer. Pieter Mooy was een goede pontman. Over hem lezen wij op 28-10-1850: Pieter Mooy, de pontman wordt weer voor 6 jaar ad. f 140,-huur aangesteld. Men is vol lof over zijn activiteit en ijver om zelfs bij ontij en stormweder, mensen, rijtuigen en vee over te zetten, wat van vorige pontlui niet steeds volgens ondervinding van vroeger jaren kon worden gezegd. De raadsleden moeten voor hun vergadering gratis overgevaren worden als ook de veldwachter en de bode. Op 25-11-1850 werd aan het huurcontract toegevoegd: Kerkgangers met hun rijtuig op de zon- en feestdagen betalen heen en terug 7'A cent, en niet meer. Ook niet bij dichtvriezen en wanneer hij een slofter (geul) moet open houden. Bij brand zijn de spuitgasten vrij, alsmede vrij is de brievenpost. Voor zijn gemak mag de pontman voor het overvaren, op eigen kosten een roeibootje aanschaffen. Op 22-1-1857 pacht Pieter Mooy weer voor 6 jaar. Aan het huurcontract werd nu toegevoegd dat de ketting gratis voor de Stoomvaart omlaag gelaten moest worden. In 1863 huurde Pieter Mooy weer, maar nu voor 200,- per jaar. Eind van dat jaar overleed hij. Als zijn weduwe een goede knecht nam kon de huur doorgaan. In 1870 overleed de pontvrouw. De pontknecht Cornelis Kossen meende zo ongeveer wel te weten wat de pont opbracht. Hij wilde zijn bazin onmiddellijk opvolgen voor een pachtsom van 2332,- waarvoor twee personen borg moesten staan. Dit waren Jan Groot Gzn en Pieter Mul, veehouders in De Schermer. 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1991 | | pagina 11