M'n vader heeft keihard gewerkt. Ik heb er de grootste bewonde
ring voor. Toen vader 45 jaar was heeft hij longontsteking gehad.
De negende dag was het: er op of er onder. Iedereen bidden en hij
heeft het gehaald.
De molen is ongeveer 65 jaar geleden gesloopt. Vader zei: "Ik kan
er wel om huilen". Ik weet nog dat de molen er stond. De stenen
kun je nu nog zien. De twee huisjes ernaast zijn later ook
gesloopt. Tot slot ging vader voor de gemeente werken, met Jan
Timme de wegwerker. Die reed in Akersloot met een driewielder
kar.
Ik was zes jaar toen ik voor het eerst naar school ging, de sponse-
doos en de griffeldoos mee. Ik moest met Henk meelopen, hand
in hand. In de Hoogegeest waren wallen. Henk ging op de wallen
lopen en ik werd bang want ik kwam bijna nooit op 't dorp. Ik zat
bij juffrouw Putter en later bij juffrouw Sernee. Ik kon goed leren
maar ik had slechte ogen, daar werd nooit naar gekeken. We
kregen veel sommen op het bord. Die had ik fout want ik zag niet
of er 'n drie of 'n vijf stond. Sommen uit het boek maakte ik
goed. Toen de schoolopziener kwam moest ik lezen. Hij zei dat ik
naar de oogarts moest. Ik was elf jaar toen ik een bril kreeg en het
leren ging beter.
Mijn vader had een stuk land in de Hoogegeest gekocht van Gerrit
Kuyper. Dat stuk grond zandde hij af. Als er huizen gebouwd
werden moest er zand onder. Mijn vader bracht zand weg met
paard en wagen en verkocht het. Dat stuk land was onze speel
plaats na schooltijd, er waren kuilen en bergen. Als de klok van