Kees Zijp kwam in de molen met z'n dochter Anna. Dat is meer dan 75 jaar geleden. De molen is 300 jaar onder
het beheer van de familie Leering geweest en van Leering op Leering gegaan. Dat moet ergens opgeschreven
staan. Mijn vader is er geboren en hij was de laatste Leering die molenaar was.
Aan de Hoogegeest zijn Henk, Arie, Corrie en Piet geboren. Ik was dus het vijfde kind, geboren 30-3-1918 en
vernoemd naar een overleden zuster van vaders kant.
We hadden zes koeien en vader moest verder zijn geld verdienen als los arbeider. Hij reed met paard en wagen
bollen van kweker Koppes naar Hillegom, weer of geen weer. Ik weet er nog van dat hij doornat thuiskwam. Dan
hing m'n moeder z'n schone kleren voor de kachel en bakte 'n dikke pannekoek met spek. En dan ging vader
vertellen wat hij onderweg gezien en meegemaakt had. Ik ben ook wel een keer meegeweest. Er was een cafeetje
tussen Hillegom en Lisse, daar at vader zijn brood op en dronk een kop koffie. Op de terugweg kreeg hij een
"hassebassie", dat hoefde hij niet te betalen. Die mensen vonden het heerlijk dat hij kwam, hij was een vaste
klant. Ze hadden een heel stel kinderen, die noemden mijn vader "oom". Vader reed ook mest en bollen voor
W. Blokker, 's Winters bracht hij met de slee, met het het paard ervoor, vis van de firma Dil naar station
Uitgeest.
Vader was overal heel erg gezien en was in mijn ogen een goede verstandige man. Hij had humor en gaf advies
aan de hele buurt. De mensen zeiden: "We gaan naar Piet Leering, die zal het wel weten". Als iemand wat
mankeerde raadde mijn vader een zalf aan of een weegblad. Toch had hij maar twee klassen school gehad. Maar
mijn vader zei: "Daar heb ik de goede dingen van onthouden".
Hij was altijd in de weer. Ik heb hem nooit lang op een stoel zien zitten. Na het warm eten ging hij weer aan
het werk, tot donker aan toe in de zomer. Hij maaide langs de kanaalkant voor de koeien. Dan moesten wij mee
om gras te harken. We verkochten ook turven, die uit de polder kwamen. Vader had zo z'n klantjes. Ik moest
dan zakken ophouden. Hij ging ook uit ploegen. Hij had een ploeg met twee paarden. Elke week haalde hij mot
bij de stokkenfabriek van Uitgeest voor Arie Schoon om de oven op te stoken.
