In 1929 verhuisde ons gezin naar de Julianaweg. We gingen
wonen in het oude vrouwenhuis (bessieshuis) tegenover ome Jaap
en opie Krom.
M'n grootvader Krom heb ik niet gekend, die was al zeventien
jaar dood toen ik op de wereld kwam. Opie Krom (Stein Tiebie)
heb ik nog heel goed gekend, 'n Heel pittig lief vrouwtje. Ze was
de laatste in Akersloot die 'n hulletje droeg. Als je bij haar kwam
zat ze met de rozenkrans in haar hand. Ze zei altijd dat ze
honderd werd. Sommige dingen vergeet je nooit. Op Sinterklaas
ochtend mochten we naar opie toe, de kinderen van ome Jaap,
ome Dirk en ome Wijnand kwamen ook. In opie's kamer stond
een ronde tafel met daarop voor ieder een mandje met Sinter-
klaaskadootjes. Er zat suikerwerk in en chocoladebeestjes. Daar
genoot opoe verschrikkelijk van. Opie is 95 jaar geworden.
Ik weet ook nog dat Jan Tiebie, 'n broer van opie, erg doof was.
Wanneer hij in de werkplaats kwam haalde hij een grote hoorn
uit z'n zak en daar moest je in praten.
In 1929 kreeg m'n zuster Stien roodvonk. Dat was erg besmette
lijk en we mochten niet naar school. Het was 'n strenge winter en °P'e Krom <s,ein Tiebie)
de hele meer lag dichtgevroren. Ik heb toen heel wat geschaatst.
Er waren internationale langebaan schaatswedstrijden op een grote ronde baan. Van der Scheer reed mee. Er
reden ook 'n paar Akersloters mee: Paul Kerssens en 'n jongen van Siem de Kroon. Op de dijk stond een orgel
van Bram de Wild uit Alkmaar. Er waren veel tenten waar je oliebollen en chocolademelk kon kopen. Op 't
ijs stond nog een grote tent. Daar zat 't muziekkorps in waar m'n vader ook in speelde. Dat was 'n groot feest.
Henk Verduin reed met 'n wagen over 't ijs naar Alkmaar om mensen te vervoeren die naar de schaatswedstrij
den kwamen kijken. Er waren ook wedstrijden met arresleeën. De paarden waren heel mooi opgetuigd.
8