1762 - Mr Evert Mevman.
1778 - 1783 Mr Gerrit Kleyn.
Op 4-3-1778 wordt in het Armenboek vermeld: Aen Gerrit Kleyn wegens een jaar scheerloon van Mart, verschenen
den 1 feb 1779 2,-,-. De armenkas was wel zeer arm. Enkele jaren eerder was het beter gesteld met de
armenkas. Toen betaalde men voor Jan Roelofse een pruik ad 7,-,-.
In 1783 komt hij nog voor als geneesheer, maar het volgend jaar wordt hij zelf na een ziekte door de armenkas
gesteund. Een bedrag van 68,-,- werd "in sijn siekte van tijt opgeschoten" (voorgeschoten). Dit werd na zijn
overlijden genoteerd.
1771 - Mr Pieter ten Hoeve.
1779 - Claas Blokker.
Nu naderen we de tijd van de Franse Revolutie. Het was, zo lijkt het, een wat moeilijke tijd voor de
beoefenaren van de geneeskunst in ons dorp. Zo staat op 16-6-1779 vermeld dat aan Claas Blokker door
Armenvoogden Jan Roots en Jan Meyne "wegens het genezen van het hooft van Antje Hakers 't zanten 10,-,-"
wordt betaald.
1784 - Dirck Biesterbosch.
Armenvoogden Jan Biere en Jan Meyne betalen in 1784 aan Dirk Biesterbosch "voor 't genezen van been van
t meysij van Lou Brasser volgens quitantie 1,12,-.
Was ons dorp te klein geworden voor bestaansmogelijkheid van een heelmeester?
Uit de gegevens is af te leiden dat er ruim 30 jaar later weer een inwonend geneesheer is.
Ondertussen is men aangewezen op heelmeesters uit naburige dorpen. We krijgen na de Franse Revolutie en
het wegtrekken van de franse bezetters uit ons land in 1814 betere informatie. We kunnen vanaf nu
chronologisch de opvolging van de geneesheren nagaan.
25