Akersloter schippers en de zeevaart
(deel 4)
Zeevarende schippers en de bevolking van Akersloot.
In het Noorderkwartier was in de 17de eeuw de scheep
vaart een belangrijke bron van werkgelegenheid. Er wordt
zelfs verondersteld, dat rond 1620 op het Schermereiland ca.
50% van de mannelijke bevolking op zee werkzaam was. Ook
voor Waterland en Zeevang lag dit percentage op 50%, terwijl
dit voor Duinkavel op een 20% lag. Vanwege het grote aantal
Sontdoorvaarten door Akersloter schippers lag voor Akersloot
het percentage hoger dan 20%.
Om het percentage zeevarenden van Akersloot te bereke
nen, zijn de bevolkingsomvang en het totaal aantal zeevarenden nodig. In 1622 telde Akersloot 266 volwassen
mannen en een jaar eerder woonden voor zover bekend 28 schippers in het dorp. Op de mannelijke beroepsbevolk
ing was het aandeel van de zeevarende schippers dan 10,5%. Dit percentage omvat echter niet de hele zeevarende
bevolking van jongen, bootsman tot schipper. Van der Woude schat de mannelijke beroepsbevolking op een derde
deel van de totale bevolking. Op 1586 inwoners, die Akersloot telde in 1622, waren dit 529 mensen.
Het totaal aantal zeevarenden is moeilijker te berekenen, omdat schippers uit Akersloot geen bemanning op
hun schepen hadden, die enkel uit Akersloter zeelieden bestond. Een aantal attestaties geeft aan, dat bij elke
Akersloter schipper ongeveer drie zeelieden voeren uit Akersloot. Inclusief degenen die bij andere schippers in
dienst waren, kan het aantal zeelui per schipper op vier stuks worden gesteld. Bij 28 schippers was 26,5% van de
mannelijke beroepsbevolking van Akersloot op zee werkzaam. Dit bevestigt het vermoeden dat voor Akersloot het
aandeel boven de 20% zou uitkomen. Het percentage is een minimum, omdat niet alle schippers gevonden zijn en
niet alle zeelui op een schip bij attestaties een verklaring aflegden. Het totaal aantal mannen, dat zijn geld verdiende
op het water lag nog hoger, wanneer de binnenschippers en de vissers meegeteld worden.
25