De wereldlijke overheid moest echter niets hebben van een al te harde lijn. Velen van hen waren zelf (nog) niet overgestapt naar de officiële kerk. Echte vervolgingen van andersdenkenden vonden weinig plaats en waren vaak lokaal gebonden. Openbare erediensten van andersdenkenden werden echter niet getolereerd. Een keur van schuilkerken en schuurkerkjes werd gebouwd en ambtenaren kregen smeergelden toegestopt. Akersloot week niet af van de rest van Holland. Het dorp had in het begin van de Tachtigjarige Oorlog te lijden van de krijgshandelingen. In december 1572 ontving de voormalige kapelaan Claes in het Agnietenklooster te Amsterdam een brief van zijn zoon(!) uit Akersloot. Die verhaalde over de grote angst in het dorp voor zowel de Spanjaarden als de Geuzen. Van Alva's zoon Don Fadrique (Don Frederik) moesten de inwoners belegeringswerken rond Haarlem graven en opwerpen. De Geuzen dreigden daarop hun huizen in brand te steken, als ze de Spaanse bevelen zouden opvolgen. In januari 1573 was Akersloot ontvolkt: de mensen waren gevlucht of te werk gesteld bij Haarlem, dat in juli viel. De Spaanse troepen trokken vervolgens naar Alkmaar, waar de boeren uit de omgeving werden geprest tot het verlenen van hand- en spandiensten. In oktober moesten de slechtbetaalde soldaten zich echter terugtrekken om insluiting na opzettelijke dijkdoorbraken te voorkomen. Tijdens de terugtocht zou Boekei, sommigen spreken van het gehele dorp, in brand zijn gestoken. De katholieken in Akersloot raakten na deze tijd hun pastoor èn kerk kwijt. De pastoor vertrok samen met zijn vrouw en vestigde zich als dominee in Westzaan. En de kerk werd geconfisceerd en aan de Calvinisten gegeven. Als geestelijk herder was nog korte tijd een kapelaan werkzaam, maar daarna werd de pastorale zorg overgenomen door leken. In ons geval drie ongehuwde vrouwen, die in betere tijden zeker voor het kloosterleven hadden gekozen, en geestelijke dochters of klopjes werden genoemd. Zij lenigden de geestelijke noden en hielpen rondtrekkende priesters. Volgens overlevering zou in de Kerkbuurt tegenover de protestantse kerk zijn gekerkt en ook in Lamoor en de Woude. Pas in 1625 vestigde zich weer een priester in Akersloot en werd een schuurkerkje in de Molenbuurt gebouwd van zo'n 14 bij 8 meter. De protestanten kregen de eens katholieke kerk in bezit, maar met de predikanten hadden ze minder geluk. In 1578 werd de eerste als verstoorder, scheurmaker en lasteraar door de synode afgezet. En ook in 1614 verzocht de gemeente aan de classis te Haarlem ds. Dirck Claesz te ontslaan. In het laatste geval voerden de gemeenteleden als argument aan, dat zijn ondermaatse preken vele toehoorders uit de kerk hield. Dit waren de liefhebbers, zoals we die hierboven al zijn tegengekomen. De protestanten waren 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1989 | | pagina 17