Bernard Tiebie, 'n broer van m'n vrouw, was baas aan 't Hoogheemraadschap van Noord-Holland. Hij zei:
"Man, kom bij ons werken". Dat heb ik gedaan. Ik heb nog dertien jaar, tot mijn 65e, bij 't Heemraadschap gewerkt.
Ik moest elke dag met de fiets naar Egmond aan de Hoef, daar was de opslagplaats. Later kreeg ik 'n brommer,
maar wat was 't koud op zo'n ding. Ik heb van alles gedaan bij 't Heemraadschap: bomen snoeien, wegen
onderhouden, straten maken, 't Is mooi als je van alles een beetje kan. De tuin aan de Koningsweg heb ik aan
gehouden.
Piet Kerssens heeft me aangeraden een ander huis te bouwen, 't Rieten dak van 't oude huis begon te lekken
en er mankeerde van alles aan. We konden er niet meer in wonen. Ruim twintig jaar geleden heb ik naast de
boerderij een bungalow laten bouwen. We hebben er nog 'n mooi tijdje gewoond. Toen we in 't nieuwe huis
woonden heb ik m'n oude huis zelf verbrand, 't Stond twee meter van 't nieuwe huis af. 't Was mooi stil weer en
Jan Buur zei:'t Ken makkelijk". Ik kneep 'm eigenlijk wel want zo'n rieten dak brandt als een fakkel. Maar 't kwam
goed af. 't Puin is naar Jan Buur gegaan en dat was 't eind van de oude boerderij.
Ik ben twee keer met m'n vrouw op vakantie geweest. Eén keer naar Ommen. Daar zaten we in 'n huisje
midden in de bossen. Daar had ik 't niet op. 't Was er 's avonds zo donker. Ik dacht: "Als er brand uitbreekt".
We zijn ook een keer in Limburg in Arcen geweest. Dat vond ik de mooiste vakantie. Verder dan Limburg ben
ik nooit geweest.
M'n dochter woont nu in ons huis aan de Koningsweg, 'n Mooi plekje met 'n mooi uitzicht. Ze heeft het er naar
haar zin.
Akersloot is een mooi dorp, lekker rustig, leuke mensen, 't Verandert nu, je kent de mensen niet meer.De tak
van mijn geslacht is uitgestorven, er komen geen Bakkers meer. M'n vader had vier broers: Piet, Siemen, Wijerd
en Kees. In De Noord komt de naam Bakker heel veel voor.
Ik woon nu bijna twee jaar in Strammerzoom. Ikzelf ben er nog te goed voor maar m'n vrouw heeft verzorging
nodig. Eerst had ik daar niet zo'n erg in maar 't werd wel erger. En nu zit ik hier. Ik ga elke dag met m'n vrouw
lopen, dat is goed voor haar. 't Is hier hartstikke best.
Als ik op m'n leven terugkijk, 't was allemaal armoe. Ik ben zelf nooit ziek geweest maar ik heb m'n hele leven
voor zieke mensen gezorgd. Maar ik kan dat opbrengen. Achteraf had ik dokter moeten worden. Ik moet niet te
somber doen. Er waren ook mooie tijden. Toch heb ik altijd zorgen gehad, nu nog. Maar ik bekijk 't altijd van de
goede kant. Ik ben een tevreden mens.
Verteld aan en opgetekend door Riet Clazing.
14