molen wat wel en wat niet kon. Dan zei ze tegen m'n vader: "Eruit, de molen gaat te hard". Er is wel eens een hele roed van de molen afgewaaid. Hij kwam rechtop in de tocht terecht. Niet voor te stellen, dat ding was twaalf meter. Maar langzamer hand begon m'n vader het te leren. Onze seirimolen stond in De Schermer. Met een vlag of lamp werd geseind als we moesten stoppen met malen. De boezem van de molen was het Noordhollands Kanaal. M'n moeder was bang van harde wind en van onweer. Ze luisterde altijd naar windvlagen. Er bestond geen weerbericht van de radio. M'n vader bekeek de lucht. Hij kon het aan de lucht zien. Als hij zei: "Over een kwartier waait het", dan was het zo. Ze waren op de natuur aangewezen. Op één roed zat een bliksemafleider. Bij onweer werd dat naar boven gezet. Dan liep er een draad naar de onderkant. Daar kon je een grondkabel op aansluiten. Op de bliksemafleider zat een platina puntje en die moest na een een behoorlijke don derbui nagezien worden, maar daar kwam nooit wat van. Je had toen van dat zware weer. Als het onweerde werden we allemaal uit bed getrommeld. We moesten onze zondagse kleren aan en schoenen of klompen, zodat we bij de eerste de beste inslag naar buiten konden rennen. Moeder dacht: "Dan hebben ze in ieder geval hun knappe kleren nog aan". Als een molen gaat branden is er geen redden meer aan. Als je jongens uit bed haalt, dan krijg je toch een gejank. Eén keer was m'n broer Jaap niet tot bedaren te krijgen. Hij liep z'n broek te zoeken, maar hij had hem al aan. Er is een verhaal van grootmoeder over bliksem in de molen, die was ingeslagen in de vorm van een vuurbal. Grootmoeder ging met de kaarseblaker naar de kap van de molen om te zien of er brand was, dat was heel moedig. Er was geen brand, maar langs een balk was van boven tot onder in de molen een schroeistreep. Later merkte ze dat in 't kopje, dat op tafel stond, een gaatje zat en op het schoteltje daaronder een zwart vlekje. M'n moeder naaide alle kleren van de kinderen zelf, dat is niet voor te stellen. Ook de onderkleren werden zelf gemaakt. Ze had haar handen meer dan vol.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1989 | | pagina 7