Brasser. Mijn moeder is dus in de molen geboren. Naar verluidt, stond er in het jaar 1544 al een molen. Die is verbrand door de Spaanse troepen. M'n grootmoeder zei: "De molenkist1 moet vroeger verbrand zijn". Op de plaats van de verbrande molen is de Noordermolen gebouwd. De molen stond bekend als "Het Zieke Varken", want er waren altijd mankementen. Door de jaren heen zijn alle problemen opgelost en heeft de molen zijn plicht gedaan. Mijn vader en moeder hebben tien jaar op de Hoogegeest gewoond. Vijf van hun kinderen zijn in dat huis geboren. Toen m'n grootvader, Freek Metselaar, op 59-jarige leeftijd stierf, verhuisden mijn ouders met hun kinderen naar de Noordermolen en opie Metselaar kwam vanuit de molen in ons huis wonen. Mijn vader kreeg in 1911 van de Hoofd Ingelanden van de Groot Limmerpolder een voorlopige aanstelling als molenaar voor een wedde van 140,-- per jaar en een vrije woning. Zijn verzoek om een gedeelte van de molentocht te bevissen werd niet ingewilligd. Pas in 1922 kreeg hij zijn vaste aanstelling. Ikzelf ben in 1919 in de molen geboren. Totaal werden er 8 meiden en 5 jongens geboren. Ik was het twaalfde kind. Van de dertien zijn er nog acht in leven. Mijn moeder was het er helemaal niet mee eens dat ze weer naar de molen gingen. Ze was er niet zo gelukkig mee. Ze kwam uit de molen en wist beter dan wie ook wat het was. De molen moest dag en nacht bemalen worden en de toegangswegen waren slecht. Ze waren niet mobiel. M'n moeder kon niet fietsen. M'n vader heeft fietsen geleerd, maar hij kon alleen maar hard fietsen. Hij is een keer tegen een paal gereden en heeft toen nooit meer gefietst. Door de slechte toegangswegen was het moeilijk gaan en komen. De kolenboer kwam niet. Hij zette de kolen aan de Hoogegeest neer. De kruidenier kwam altijd met twee 1Kist waar alle gegevens van de molen in bewaard worden.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1989 | | pagina 5