Medemblikkerdie uit Portugal terugkeerde.
Een ander gevaar op zee waren de kapers, die de vaarroutes onveilig maakten.
Vooral Barbarij se en Duinkerker kapers waren berucht. Maar oorlogvoerende naties
rustten ook kaperschepen uit om eikaars handel te ontwrichten. Engelsen, Fransen
en Portugezen namen Nederlandse schepen in tijden van oorlog en ook Akersloters
ontkwamen hier niet aan.
Vooral de Engelsen legden in de 17de eeuw verboden op aan andere naties. Zij
wilden hun aandeel in de handel en scheepvaart vergroten en omdat de Nederlanders
de grootste koopvaardijvloot hadden, ging dat ten koste van hun aandeel. Om de
eigen scheepvaart te bevorderen, vaardigde de Engelse regering in de 17de eeuw de
zogenaamde 'Navigation Acts' uit.
Zo voer de 34-jarige Gerrit Claesz van Akersloot in 1651 van Cennebon in
Bretagne naar Honfleur. Het schip De St.-Jan, eigendom van 23 personen uit
Amsterdam, Zaandam en Akersloot, had eerst Nantes aangedaan, waar de schipper
opdracht had gekregen van de franse koopman Boureau rogge te laden in Cennebon en
dat te lossen in Honfleur. Engelse wetten verboden dit soort vaart en de schipper
wist dat. Want bij zijn aanhouding door een Engels fregat bij Cape de la Hague zei
Gerrit Claesz dat hij op weg was naar Amsterdam. Ondanks vertoon van een
ladingbrief voor Amsterdam trok de engelse kaptein Howell zijn bewering in twijfel
en tooke the said shipper downe into his gunroome and stripped him to finde other
writinge and papers, and turning his stockings off his left leggthere found in
the foote there of betwith his foote and stocking the charter partie and bill of
lading annexed for Honfleur...".2 Bij het proces dat daarop volgde in Engeland
2
en "nam de genoemde schipper mee in zijn wapenkamer en ontdeed hem van
zijn kleren om andere stukken en papieren te vinden, en terwijl hij zijn kous
van zijn linkerbeen uitdeed vond hij in de voet ervan tussen zijn voet en de
kous de verlader en de ladingbrief toegevoegd voor Honfleur..."
25