15
is dat 'n hele klap. Ik herinner me nog dat ze de kist van de dijk afgedragen
hebben want een wagen kon niet bij ons komen. Ik liep erachteraan. Ik kan nog
slecht tegen begrafenissen, alleen al omdat alles in 't zwart gebeurde, die zwarte
hoge hoeden. Daarna moest je in de rouw. M'n moeder was altijd al in 't zwart. Ze
kon voor ons allemaal geen zwarte kleren kopen, daarom kregen we 'n zwarte band om
onze mouw, ten teken dat we in de rouw waren.
M'n oudste broers verdienden toen al wat. M'n broer Maarten, de oudste, heeft
nog geprobeerd om als molenaar aangesteld te worden en tevens als polderwerker om
een inkomen te hebben. Dat ging niet door. Na verloop van een paar maanden moesten
we uit de molen en verhuisden we weer naar de Hoogegeest. Opie verhuisde naar 't
dorp, naar 't middelste huis van "t huis van drie", tegenover Melker aan de
Julianaweg. Opie Metselaar stierf in 1938.
Vroeger had je geen radio, geen muziek, geen televisie. Je staat nu met alle
werelddelen in contact, dat kun je allemaal waarnemen. Aan de ene kant vind ik dat
positief en aan de andere kant negatief, want ik weet niet of iedereen daar zo
gelukkig mee is. De televisie is een dood kassie. Vroeger was vader langs de weg.
Hij vertelde en wij waren langs de weg en de verdere contacten van mens tot mens
waren zo geweldig. Je had weinig geheimen voor elkaar. Dat heb ik later veel
gemist, nu nog. In die tijd stond je met je buren in 't leven. Je kende hun doen
en laten en zij van jou. Er was een intense band en dat was erg mooi."
Verteld aan en opgetekend door Riet Clazing.