komen. Je kon de trein zien
tot hij het Uitgeester
station binnenliep. Je kon
hier zo op de meer kijken.
De Uiterdijk was weiland.
Je keek tot Wormerveer aan
toe. Als de mannen uit het
dorp met de Alkmaarsche
Pakket mee moesten konden
ze in de verte zien waar de
boot was.
Een probleem van deze
tijd is de afval die zich
steeds meer ophoopt. Daar
komen onze kinderen mee te
zitten. De produktie van de
koe is opgevoerd, er wordt
kunstmest gebruikt. De boe
ren willen zoveel mogelijk
verdienen. Het gevolg is
teveel mest. Vroeger ging
je naar de kruidenier om je pot stroop te laten vullen. Nu is bijna alles in plas
tic verpakt. In zekere zin is de mens de vervuiler omdat hij afval achterlaat dat
niet verteert.
Ik kijk tevreden terug op m'n leven. De omstandigheden waren anders dan nu en
ik heb niet gestudeerd. Maar al moest ik veertien keer in de week de koeien melken,
ik was zelfstandig en ik kon gaan en staan waar ik wou. Ik ben een gelukkig mens.
Jaap Swart met zijn vrouw Jo Baltus voor de boerderij
Verteld aan en opgetekend door Riet Clazing.
33