verplicht was. Koopvaarders voerden veelvuldig gevechten met Barbarijse kapers
en anderen die de zee onveilig maakten. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog vormden
Franse kapers en Spaanse oorlogsschepen een bedreiging voor de Nederlandse
schepen
In 1622 vertrokken de schippers Claes Gerritsz Spagnaert en zijn broer
Dirck met de schepen "De Hoop" en "De Zon" uit de Republiek naar de Middellandse
Zee. In april arriveerden ze in Livorno. Dirck Gerritsz Spagnaert loste zijn
rode Moskovische juchten, die hij in opdracht van de Amsterdamse koopman en
burgemeester Cornelis Bicker had gebracht. Nadat Claes diamanten had afgeleverd
laadde hij op last van Jonas Witsen en Compagnie twaalf kisten met realen
(30.000 realen van acht, ca fl. 75.000,--), die hij vervoerde naar Cyprus,
Alexandrië en AlexandretteToen hij Acre aandeed kreeg hij moeilijkheden met
emir Aly Barsa, die zich met geweld meester maakte van 3580 realen.
In november van datzelfde jaar raakten ze in de Straat van Gibraltarsamen
met nog twee koopvaarders en een oorlogsschip onder kapitein Steenbach, slaags
met vijf Spaanse galjoenen. Ze wisten echter zonder grote schade in Algiers te
komen. Daar veroorzaakten ze nog meer moeilijkheden door twee gevluchte Oosterse
slaven op hun schepen mee te nemen. De Nederlandse consul Pijnakker kreeg de
klachten te verwerken van de eigenaren en autoriteitenmaar doordat hij de
handen van de principaele gevult met giften ende beloften, is voor vrij gewesen
voor alsdoen met een straffe vermaeninge, dat sulx meer geschiedendeop hem de
betalinge souden verhalen
(wordt vervolgd)
40