27
mensen bij elkaar op de Ding-heuvels om het wel en wee van hun land te bespre
ken. Zij vergaderden in de open lucht, elke vrije man met zijn wapens.
Omstreeks 1800 dansten de mensen op Sylt nog om de bekem. Van Wodan was
allang geen sprake meermaar evenals in de heidense tijd werd er een grote
bekem van stro en drijfhout opgebouwd en in brand gestoken. In plaats van een
man van stro werd nu ook vaak een ton met teer gebruikt
Tot zover het verhaal van Rektor B.P. Hóller. Uit het bovenstaande blijkt
dat het bekemfeest het einde van de winter en het begin van de lente aangaf. Er
werd hierbij veel gegeten, gedronken en gedanst.
Ook in Noord-Holland gebeurde dit vroeger min of meer zo. Ruim een eeuw
geleden werd in Heiloo bovenop de bekem een pop van stro geplaatst om samen met
de bekem op 24 februari verbrand te worden.
Een laatste rest van de gemeenschappelijke maaltijd vinden we in de brood
uitdeling, zoals die vroeger op 23 februari aan alle kinderen van Bergen plaats
vond.
Dat er ook gedronken werd blijkt uit een gedeelte van een Sint Pieterliedje
uit Wieringen:
Hei je gien glaasje rooie wijn
Dan zullen we vanavond vrolijk zijn
Hei je gien turfhei je gien hout?
Sinte Pieter is zo koud.
En zoals de jongens in Noord-Friesland met brandende bossen stro over
weiden en akkers liepen, zo liep men 's avonds op Wieringen met brandende
strobossenop stokken gestokenrond.