11
Eigenlijk begonnen de voorbereidingen al op zaterdagavond. De wekker moest een
uur vroeger gezet worden. De vroegmis begon om 8 uur en omdat men om 7 uur al
vertrok, moest al voor 7 uur het meeste werk op de boerderij klaar zijn. Op een
boerderijwaar men toen ook nog kaas maakte, was het extra druk. Eigen kinde
ren, knechtenwerkman of dienstbode moesten hard werken, want als de bezoekers
van de vroegmis thuiskwamenmoesten diegene die de laatmis bezochten alweer
klaar staan. Het pontje naar Akersloot was een waar obstakel, want er konden
maar 3 rijtuigen op en de pont werd nog met handkracht voortbewogenHet verlan
gen om in de Schermer een eigen kerk te bezitten, dateert al vanaf 1900. Kees
Kaandorp, wonende aan de Zuidervaart, heeft hier heel veel voor gedaan. Aan zijn
naam ontleende men dan ook de naam Kaandorp-fonds"Dit fonds is de grondslag
geworden voor de bouw van een eigen parochiekerk in de ZuidschermerGeschonken
werd een bedrag aan waardepapieren. Het waren Russische en Bulgaarse spoorweg
aandelen, die eerst waardevol waren, maar na de oorlog van 14-18 daalde de
koers tot nul. Maar er was ook een bedrag, groot f17.000,--, als hypotheek en
1,5 ha grasland als eventueel bouwterrein. Dat het Kaandorpfonds een Akersloter
aangelegenheid was, bewijst het feit dat de Bisschop van Haarlem Mgr.
Bottemannede pastoor van Akersloot als administrateur van het fonds aanwees.
Naast het Kaandorpfonds werd een schapenfonds opgerichtIn mei 1926 werden de
eerste lammeren gekocht en in maart 1927 vond de eerste lammerenveHing plaats
op de boerderij van de familie C.J. Groot aan de ZuidervaartDat lammerenfonds
bestaat nog steeds, zij het in een andere vorm. In 1967 besloot het kerkbestuur
een lammerencommissie te benoemen. Die commissie kocht en verkocht en doet dat
nog steeds op de veemarkt in PurmerendOok dit voorjaar zijn er weer veel
lammeren op de bedrijven afgeleverd. Matthijs Groot is zelfs bij de Bisschop
Mgr. Callier geweest. Uit deze tijd dateert ook de hierbij afgedrukte brief.
In de nieuwe kerk werd Matthijs Groot meteen weer kerkmeester en secretaris
van het bestuur, maar een echte notulenschrijver was hij niet. De eerste pastoor
was Van de Marck.