Deze vorm van inpoldering vereiste een goede waterhuishoudingDe Stroom
stoot of Strammer fungeerde als zodanig. Deze zorgde voor de afwatering naar de
Langemeer of Alkmaardermeerwelke in 1280 ontstond.
Door deze goede werken voor de leen werd Hugo II bijzonder begunstigd door
de Graaf van Holland. Akersloot werd van zwaardleen, spilleleen of kronkelleen.
Dit betekent: het leen Akersloot zou aan het geslacht Van Akersloot blijven
zowel overerfelijk langs mannelijke als vrouwelijke linie. Deze gunst verkreeg
hij in 1254. Daarna lezen wij niets meer over hem.
De familie Van Akersloot had een wapen. Op een zilveren veld was een
waterrad aangebracht. Dit was het symbool voor landaanwinning.
Hugo II had zich zeer loyaal opgesteld voor zijn Graaf. Dapper had hij
meegevochten tegen de Westfriezen. Hiervoor werd hij meer en meer begunstigd met
goed en landerijen. Doch Hugo II komt aan zijn einde. "Versleten in de West
Friezen oorlogen" lezen we, maar hoe hij aan zijn einde kwamstaat nergens
vermeld.
Gerard Bartholt volgde hem op. Tot in 1291 treffen wij hem aan als Gra
felijk leenman en als Grafelijk Schout van Akersloot. Deze laatste titel geeft
aan dat er verandering op komst was. De druk van de adel op het gewone volk
begon meer en meer toe te nemen. De belastingen werden hoger om oorlogen te
bekostigen en de geestelijke goederen te onderhouden.
Eerst begon het in de steden te broeien. Later sloeg het over naar de
dorpen. De toenemende dwangmaatregelen schonden de oude rechten en vrijheden van
de dorpers. De strijd tegen de Westfriezen nam in hevigheid toe. In 1254 sneu
velt Graaf Willem II bij Hoogwoud. In 1260 werd gezegd, dat de Kennemers de
edelen hadden verjaagd. Er was opstand, maar deze werd neergeslagen. Het vuur
werd echter niet gedoofd. Akersloot behoorde ook tot de opstandelingen, maar
vooral de Westfriezen stelden zich teweer.
In 1273 steekt de storm weer op. Akersloot, dat in deze tijd groeiend was
door haar industrie (kalk en zout), landbouw en scheepvaart, deed ook weer mee.
27