EET RIDDERGESLACHT VAN AKERSLOOT
(deel 2, slot)
Hl"Mru9° was e aanz^en^3^-ske van de Akersloter edelen. Hij wordt genoemd
dSaSpmet Dirk van Velzen, Gijsbreoht van AmstelHerman van Woerden, IJsbrand
dtvan HaarlemSimon van Haarlem en 4 heren van Egmond. De Graaf noemde hen
allen vrome schildknapen. Of Heer Hugo veel vrome daden heeft verricht,
is niet bekend. Wel is komen vast te staan dat hij aan bedijking veel gedaan
heeft. Zijn leengoederen lagen grotendeels in West Friesland. Een bekende
polder, de Heerhugowaard, was zo'n leen. Hij heeft dit moeras en watergebied
bedijkt en droog laten maken. De eerste keer was het geen langdurig succes, want
na een zware storm stond De Waard weer ond.er water. Na de herstellingswerkzaam
heden kwam dit gebied definitief droog te liggen.
Verder had hij in de Geestmerambacht, tot in de banne van Schagen, leen
goederen. Er is ook een Heer Huigenkogge geweest bij Wervershoof. Dit kan men
als politiek strategisch beschouwen. In die tijd was West Friesland nog niet
onderworpen aan de Graaf van Holland. De voortdurende pogingen om de Westfriezen
eronder te krijgen, maakten dat de Heren des te feller meevochten met de Graaf
van Holland. Zo zij de strijd zouden winnen, lag het leengebied binnen bereik
van de leenheren uit Holland of Kennemerland.
Hij was het die waterkeringen of dijken aanlegde in zijn leen Akersloot. De
Oosterhoogedijk, die nu Bosweg en Kerklaan heet, loopt via De Crimpen en 't
Schouw naar de driehoek waar zij samenkomt met de Westerhoogedijk. De Wester-
hoogedijk begint op Starting en gaat via WesterwegWaterzij en Hoogegeest naar
dezelfde driehoek. Dit punt bevindt zich tegenover de boerderij, die bewoond
wordt door de familie Kaandorp. Ook de dijk die langs de Noordermolen gaat,
richting Limmen, is uit die tijd. Deze fungeerde als weg door de polder naar de
Abdij van Egmond.
26