11 voor. Later lazen ze zelf hun boekenwant we waren een lezend volkje. Vader ging 's avonds vaak een boodschap doen bij Cor Betjes. Dan zaten wij te breien of te naaien. Als hij dan terugkwamlazen vader en moeder de krant en wij onze boeken. Als vader de krant neerlegdedan was het kamemelkse pap eten3 rozen kransen en te bed. Mijn moeder zong goed en graag. Ze zong vóór op de neutrale school. Als ome Lauw ons hoorde kibbelen dan zei hij: "Straks begint Jans te zingen en dan zingen alle kinderen mee". De mensen waren toen nog arm. Ze kochten geen vlees voor de doordeweekse dagen. Op zaterdag doopte je je brood in het vleesnat en doordeweeks was er een mosterddoop aangemaakt met aardappelwater. Eens in de maand kwam de mosterdman langs de deur en daar kocht moeder voor een paar centen mosterd van. Bij de broodtafel kreeg iedereen twee dikke sneden eigengebakken brood met suiker of spek. Kaas en jam waren voor de feestdagen. Soms werd er jam gemaakt van klap bessen. Ant Sprenkel ventte haar klapbessen uit met een kruiwagen: één cent voor een kopje klapbessen. Om zes uur kreeg vader een "lessie" en wij stonden er omheen om te kijken of er een hapje van overbleef. De kruidenier kwam vanaf de Hoogegeest. Dat was Piet Schut met zijn kruiwa gen. Ook kwam visboer Stam langs de deur. Lopend vanaf Egmond aan Zee met een zware mand vis3 ging hij daarna nog naar Uitgeest. Water haalden we uit de regenton of uit de wel. Als er weinig water was ging vader met de wagen met melkbussen naar de regenbak van de kerk om water te halen. Tot ons tweede jaar sliepen we in de "kreb". Later sliepen de jongens in de onderkooi van de bedstee en de meisjes in de bovenkooi. Mijn vader was op zondag barbier in de kamer. Een van z 'n klanten was Jan Bakkeronze naaste buur. Ook was vader nog een poos postbode. Hij liep dan over Dorregeest naar Uitgeest ging daar naar de kerk en moest dan nog de post bestellen. In de winterals het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1987 | | pagina 11