24
Ook de dorpskorenmolen ontkwam nietmen wilde weten.maar de Schout
antwoordt
"De mensen brengen en halen zelf hun graan en meel.
"Er wordt weinig gemalenen het maalloon is al te laag.
"Verlaging van maalloon is niet mogelijk, of 't moet door nieuwe
"belasting op de Ingezetenen verhaald worden.
"Maalloon is, van een zak tarw 8 St. van een zak Roghe 5| St.
"en van een zak Koorn 4 St.
Ondertussen ging de zorg der overheid een geheel andere richting uit. Op 17
augustus 1808 kwam de aankondiging, dat er een Quotisatie of heffing ineens van
3 miljoen voor oorlogslasten en andere lasten voor het koninkrijk op komst was.
Dat werd weer een nieuwe zware last op de schouders van Schout en Schepenen. Een
lijst van 299 aangeslagenen alhier werd opgesteld. Het bedrag liep van 100 tot
een halve gulden. Lourens Veer moest flOO,= opbrengen. Cornelis Cleeff en Jan
Vader 80 gulden. Jan Kaptein, Maarten Schee, Huibert J. de Jong en Dirk Vader 70
gulden. Wed. J. Gorter, Jacob Heempater, Evert Besse, Guurtje J. Admiraal,
Marijtje van Zoonen, Jan Gleinis 60 gulden. De lijst gaat verder. Pastoor de
Loos stond op fl0,=. Een chirurgijn was Akersloot niet rijk in 1808. Een ver
zoekschrift om verlaging werd op 5 oktober opgesteld. De uitslag is niet bekend,
maar het kostte het dorp nog wel f20,= extra.
Ha deze inventarisatie naar de materiele waarden volgde een ingrijpender
onderzoek. Het ging nu om mensen die de leeftijd hadden om als soldaat te kunnen
dienen in de "Armee". Het ging eerst om de "pupillen des Konings", jongelingen
die in 't Armenhuis waren opgevoed en die daarvoor dankbaar in krijgsdienst
zouden moeten. Het waren alhier 5 jongemannen in de leeftijd van 25, 24, 21, 20
en 19 jaar. Op 13 november 1808 daarop werd besloten om de "Arme kinderen" die
nog in 't Armenhuis waren, uit te besteden. Zo waren zij uit het gezicht.
