Na de revolutie van 1795 werd in eerste instantie het klokluiden voor godsdienstoefeningen verboden evenals het dragen van geestelijke ambtsgewaden in 't openbaar. Waarschijnlijk zijn deze beide verbodsbepalingen gemaakt om de gelijkheid van alle gezindten te benadrukken. Ze zijn echter nooit tot algehele uitvoering gekomen. Het luiden voor overlijden en begrafenis is in ons dorp gebleven. Op 28 october 1807 werd ook dit geregeld en nog wel in een officiële keur, die door de overheid bekrachtigd moest worden. "'t Gemeente Bestuur van Akersloot Woude in aanmerking genomen "hebbende het alhier plaats hebbende gebruyk om bij overlijden van "een der ingezetenen dezer plaats en Jurisdictie, zulks door het "luiden der klok bekend te maakenj en alzo dit echter zomtijds op "ongeleegen tijden word gedaan, zo dat daardoor op de Nabuurige "Plaatsen gedagten gevoed wierden, als of men zig alhier in eenig "onheil bevond, heeft goedgevonden te keuren en ordonneeren, gelijk "zij doen bij deze: "Bat voortaan niemand de klok zal mogen luyden des morgens vóór "8 uur en nog des Namiddags na. 4 uuren, anders dan in geval van brand "of andere onheilen - blijvende der overigen tijd tot het boven "gemelde zijnde gepermitteerd. Zullende voorts een ieder welke "contrarie dezes handeld, vervallen in een boete van 42 Kenemer "Schellingen. "Aldus gedaan op 't Regthuis te Akersloot den 28 october 1807. Subsidiëren van een religie alleen werd ook niet meer toegestaan. Het ging om de "Erediensten"wat er precies mee bedoeld werd is niet geheel duidelijk. Maar op 1 juni 1808 komt er een Armensubsidie van f300,= uit de "Additioneele Stuyvers" (dorpsheffingen)Bat is voor de armen van het dorp, zodat men toch gaf zonder daarvoor in gevaar te komen. 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1986 | | pagina 18