In 1231 wordt Barthold naar de Abdij geroepen. Door de nood van het klooster
gedwongen, moest de "keurmede" afgekocht worden. Dit was de pachtsom, die voor
het klooster opgebracht moest worden van de landerijen die Barthold voor hen
beheerde. Deze goederen lagen tussen de stroom "Galenvoerde" en de parochie
Castercem (Castricum). Hoeveel Barthold er voor betaald heeft, staat nergens
vermeld. Alle banden met het klooster waren daarmee niet verbroken, want bij een
huwelijk met een bruid uit een keurmedig (pachter) geslacht, zou via de moeder
de verplichting op haar zonen overgaan.
De verkoop van de pacht door het klooster zou via de vererving in sommige
gevallen weer teniet gedaan worden. De pacht zou dan door de zonen weer aan het
klooster komen. Bovendien werd, om vergissingen te voorkomen, voor de zekerheid
een lijst aangelegd van vrijgekochtenen. Dit systeem is zo goed doordacht dat
het weerzin opwekt bij het lezen ervan. Eeuwen later zal, niet alleen hierdoor,
maar ook door vele bijkomende zaken een geweldige scheuring ontstaan (1517).
Heer Barthold moet in 1213 gestorven zijn. Zijn zoon Hugo volgt hem op van 1231
tot ongeveer 1254. In deze tijd zal mogelijk de bouw voltooid zijn van het
kasteel, eerder een versterkte hoeve. Dit kasteel stond aan de oever van het
Kerkmeer. In 1956 zijn resten van een vierkant torenfundament teruggevonden. Het
onderzoek naar de volledige omvang van het gebouw is voortijdig gestaakt. Nu is
het onmogelijk de draad weer op te nemen omdat de wijk Kerkmeer op deze grond is
verrezen. Het was geen groot gebouw. Het vormde met andere kastelen een verdedi
gingsgordel tegen de Westfriezen. Akersloot was een grensgemeente. Het lag aan
open water. De "Scermeire" vormde de eigenlijke grens. Denk maar aan de de
kastelen ten noorden van Akersloot zoals Boekei en Oudorp alsmede de nog noorde
lijker gelegen burcht bij EnigenburgDeze laatste twee lagen aan de rivier de
Rekere, die via Alkmaar bij Petten in zee uitmondde.
(Wordt vervolgd)
Jac Zweeris
13