Deze droeg weer af aan de Graaf of aan de AbdijHet hing er maar vanaf voor wie
hij beheerde. De pacht zal niet gering geweest zijn, want al was hij toen nog
wel niet bekend, de strijkstok hanteerde men toen, al was het in een andere
vorm, ook al.
Geld was toen ook al nodig voor het onderhouden van standen en de corruptie
was er voor om dit te bewerkstelligen. Het gewone volk zal, zeker onder elkaar,
gemord hebben. Het ging zelfs zover, dat het niet toegestaan werd om buiten de
kring van horigen of lijfeigenen te huwen. Daarnaast waren de horigen verplicht
om hand- en spandiensten te verlenen aan hun heer zoals het onderhoud van wegen
of de slotgracht. Verder had de heer het alleenrecht op de visserijde jacht op
grootwild en de zwanendriftDit laatste betekent, dat alleen hij zwanen mocht
houden
De volgende Heer van Akersloot is Barthold. Hij is een zoon van Hugo en
wordt in 1201 voor het eerst genoemd. Over hem is een ballade geschreven. Deze
ridder gaat naar een bruiloft aan 't Vroonmeer (Sint Pancras, het toenmalige
Vrone) waar hij Meijnaart Pellegromeen Fries edelman, weet. Meijnaart trouwt
met Goudrada, een vrouw die Barthold liefheeft. Doch Goudrada wijst hem af. Op
de dors (de deel) van de hoeve, midden tussen de feestvierenden en muzikanten,
daagt hij zijn rivaal uit. Tot ontzetting van alle aanwezigen doorboort hij
Meijnaart met zijn speer. Goudrada schenkt hij een verachtelijke blik; zij was
hem ontrouw. Hu is zij weduwe geworden in plaats van bruid. Zijn belagers slaat
hij met geweldige zwaardhouwen van zich af en na enkele uren keert hij terug op
zijn burcht. Op de goede afloop van zijn wraak drinkt hij een goed glas klareit.
In 1222 doet een broer van Barthold zijn intrede in het klooster van
Egmond. Hij heet Evo van Akersloot. Hier koppelt zich het belang van bescherm
heer en beheerder. De broers kennen elkaar immers. Vit de protocollen blijkt ook
dat Evo gerekend werd tot de voornamere edelen uit het Graafschap.
12