"stiptelijk te gedragen na 't placaat op de Convoyen en Lioenten.
Tot vrachtrijder en schutter te Akersloot was aangesteld Rijer Dam, met
uitsluiting van alle andere particuliere personen. Hij moest zich voorzien van
een goed paard en dito wagen "om alle vragten welke in onze dorpen moeten worden
gedaan, voor een ingezetene"
Het ambt van schutter hield in dat hij het vee dat was uitgebroken en op de
openbare weg liep, moest vangen en insluiten in het schuthok. Dit stond op de
plaats in de Buurt waar nu de brandweerkazerne staat. De boeren moesten aan de
schutter een boete betalen voordat zij hun rund terugkregen.
Het is wel aardig te weten wie de neringen dreven in de verschillende
buurten.
In Molenbuurt woonde in 't molenhuis (watermolen) de zetbaas of molenaars
knecht. Hendrik van Weteringen was barbier, Pieter Bakker dorps timmerman met 4
knechten en Evert Bruin timmerman met 2 knechten, deze was tevens winkelier. Jan
Bakker was vrachtschipper en tevens koopman. Verder woonden er een slachter voor
eigen rekening, een spinstereen schippersknecht, een schoenlapper, een schil
der, twee kleermakers, waarvan één niet knecht alsmede twee winkeliers en een
winkelierster bij de huizen rondgaande.
Op Sluisbuurt was Cornelis Blokker slachter, niet voor eigen rekening
(oftewel huisslachter)Jan Blokker was scheepstimmerman met knechttevens
biersteker verkoop per vaatje). Wed. Klaas Blokker was winkelierster evenals
Cornelis Admiraal, die tevens schulp schipper was. De familie Blokker en aanver
wante familie Admiraal waren de mensen van de schulpvaart. Jacob Stierp was
koopman en Jacob Tijsz Krom bakker met knecht. Verder woonden er twee groente
verkopers, een schippersknecht tevens winkelier en een schippersknecht die zijn
huisje had in de Hempolder
Op Kerkbuurt woonde Lourens Veer, notaris, die tevens fabriceur was op de
firma van d'erve Jacob van der Sluys (weverij) "werkende met minder dan 49
knechts in permanente dienst" (dit was een belastingformule) en bovendien
16