Rooien wordt te Akersloot ook gebruikt voor gelijken en lijken 't rooit nee niks), maar niet in de betekenis van: uit de grond halen; men spreekt van aardappelen en bloembollen.roden. Ik vermoed evenwel dat we hier niet te doen hebben met een dialectwoord maar met een verouderd woord. Ik vind n.1. in Koenen 's woordenboek achter 'rode' (rooi, rade, raai) verouderd zelfstandig naamwoord nog als tweede lid van plaatsnamen: land waar bomen zijn gerooid en dat omgeploegd is. Op dit gebied voerde ik een belangwekkende correspondentie met de heer K. ter Laan naar aanleiding van het woord stapel voorkomende in zijn 'Nederland se spreekwoorden, spreuken en zegswijzenStapel zou krekel betekend hebben, maar in de 16de eeuw al verouderd zijn geweest. Ik kon de heer Ter Laan meedelen dat de sabelsprinkhaan in Akersloot nog steeds houtstapel wordt genoemd, een grote krekel die- in tegenstelling tot de gewone krekel- op struiken en heggen leeft Als een schamele poging een algemeen indruk van het dialect te geven moge het volgende verzinsel dienen: 'Deer wil ik meer van of weten, docht Neel. Mitien dee ze der boezel of; der heer, dat nag wat in de tis zatstreek ze'n bietje glad en toe stapte ze nee buurvrouw Trijn, twee huisies van der of. Mag ik effies in kommevroeg Neel. Kom der maar in buurvrouwzai Trijn, ik hew 't puur drok van ochund Wullem is.Ja, viel Neel in, ik zag 'urn net over 't wurrefie nee 't land toe gaan en de slaraak over z'n skoeraigeluk miende ik dat ie helegaar niet goed was, is ie weer klaar? En toen begon Trijn: dat zei ik je es vertelle Neel, gaan er bai zit- te; leet es kaikewe binne nou vraidagmorrege is 't krek 'n week lede dat ik bai m'n eige docht wat ziet Wullem toch wit. Toe 't halfzessie oflope was zaid 'ie teuge me: Trijn, zaid'ie, ik gaan nag effies de hort op. Kom maar gauw weer om, zaid'ik, 't wordt al wat evendluchtigEn hai kwam gauw weerom. Hè, zaid'ie ik bin 'n bietje hufterig en al loof van dat klaine endje lope. Hai gong hier

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1986 | | pagina 8