,n heid het midden hield tussen het werkpak en het zondagse item.
nfor- Een koe die de gewoonte heeft tegen hekken en palen te wrijven en
het op stal haar buurvrouw de boer zegt"zijn buurman"lastig maakt, heet
n kon een ragger. En toen er in Akersloot nog vele beplante wallen waren, afschei-
at dingen tussen de weg en land en landerijen onderlingwerd ons jongens om be-
±k grijpelijke reden, het raggen daarop verboden. Maar aan dat verbod stoorden wij
ons niet in januari en februari. Dan gingen wij zoeken, d.i. het verzamelen van
achte ruigte, boomstronken, dood hout en van alles wat maar brandbaar was om daarvan
e te- °P Sint Matthijs 24 februarieen vuur te stoken, een béken. Over dat békenen
zou heel wat te vertellen zijn. Misschien houdt het verband met de baken-vuren
oge- de tijd toen Akersloot en andere dorpen in de omgeving eigenlijk zeehavens
heut- waren; misschien is het een folkloristische uiting zoals elders paasvuren.
en- Zouden er nog kiepen zijn in Akersloot? Kiep noemden we de koopvrouw
die met koek ventte, wanneer de kermis in aantocht was. De koek werd ingesla-
lrij- gen voor de gasten; iedereen kreeg met de kermis vollekfvolk is familie) over.
er Se kiep droeg aan een juk twee grote groene trommelszij werd steeds binnen
was gelaten, zette haar trommels neer en sloeg de haken van haar juk in elkaar en
rpe- dat kwam dan 'en bandoulière op de rug te hangen. Ze knielde neer en opende dan
De behoedzaam haar trommelsDe linkertrommel bevatte: dikkertjesblaadjespan
hui. latten; in de rechtertrommel bevonden zich zakjes, elk gevuld met een half pond
e. sprits, bitterkoekjes aan de voorkant voorzien van een ouwel, janhagel en enige
r met allerhandewaaronder zich steeds bevonden rechthoekige zwarte koekjes die
en we Spaans brood noemden. De duur van de transactie viel in 't niet vergeleken
an bij de tijd, die aan de conversatie besteed werd. De benaming 'kiep' zal wel
t een met een ouderwets hoofddeksel verband houden.
eerdr Met de kermis bakten de bakkers spouwers spouwer=spijlend.z. be-
tus- schuitbollen met anijszaad. Ik heb ze in Edam ook wel gegeten; ik was daar met
de kermis meer dan ééns te warskip en nog wel bij een bakker aan de Voorhaven
net- waarlangs toen nog zware bomen stonden; 't zullen wel iepen zijn geweest.