getuigen. Tenslotte zou een stelselmatig bodemonderzoek nog wel historisch mate
riaal aan het licht brengen. In augustus j.1.(1957 red.) zijn bij toeval o.m.
zware torenfundamenten gevonden; ongetwijfeld is hiermee de plaats ontdekt waar
het kasteel der Edelen van Akersloot heeft gestaan.
De natuur heeft aan Akersloot stellig haar gaven niet verkwistMaar
het water, in vroeger eeuwen (d.w.z. vóór de grote droogmakingen) de bron der
grote welvaart, is nog steeds- zij 't dan in ander opzicht- een glanspunt ge
bleven. Akersloters vinden 'het Alkmaarder meer' een onaanvaardbare benaming en
spreken, meer vertrouwd, nooit anders dan van 'de Meer'. In mijn jonge jaren
heb ik veel langs en op de Meer gezworven.-wandelèhde vissenderoeiendezeilen
de, reizende per Alkmaar Packetfuiken ophalende met een visser,schaatsrijden-
de. Maar vooral niet minder waardeerde ik de polderwateren- waaronder twee
schilderachtige meertjes- gelegen ten westen van het dorp.
Bij plant-en dierkunde op de H.B.S. in Alkmaar werd ons af en toe op
gedragen planten mee te nemen voor determineringMet gepaste trots kon ik dan
wel eens een orchidee verschaffen. Het zal wel een orchis morio zijn geweest. Ze
zijn nog te vinden aan de oevers van het Slikkerdie en het Overdie. Het was ple
zierig te lezen dat 'Natuurbescherming' zich thans ook in dit ongerepte water
landje doet gelden.
En nu het dialect;
als de kous in de petroleumlamp niet geheel recht was afgestreken ging de vlam
scheef branden en we noemden dat loeven, 't geen meestal met walmen gepaard
ging. Onder koppiedoen verstonden we ook,en in't bijzonderhet avondbrood eten,
ook wel aangeduid als halfzessie. Het woord kopje alleen werd veel vervangen
door kom of kommetjekop en schotel heette kom en bakkie en ik maak me sterk
dat men in Akersloot nog trosnarcissen kweekt die kombakkies genoemd worden;
een wit bakkie en een oranje kommetje
Het woord opstijveren duidde meestal op een lichamelijke gesteldheid.
Ik herinner me een verhaal van mijn vader: hij en zijn broer- nog jong- beland-
5