AERIAENTGE EN DIEUWERTGE GERRITS STICHTERESSEN VAN DE DRIE CAMEREN
n het jaar 1636 op 23 september gingen de gezusters Aeriaentge en Dieuwert-
ge Gerritsoude maegden van Aeckerslootnaar Notaris Huybert van der Lijn,
residerende te Alkmaar. Sociaal voelend als ze waren maakten ze een sociaal
testament. Zij waren immers KLOPJES van AkerslootKLOPJES of wel Geeste
lijke dochters"waren vrouwen, ongehuwd, 10 van de Akerslootse bevolking was
in die tijd ongehuwd) die waarschuwden "klopten" als ergens in het geheim een Hei
lige dienst werd gehouden.Ook zorgden zij voor de priester woninggaven godsdienst
onderricht en zorgden voor kerk en kerkgewaden.
Zorgden Aeriaentge en Dieuwertge bij hun leven voor anderen, zij Heten dit
na hun leven voortzetten door anderenin de vorm van en door stichting van de
drieCAMEREN (huizen)voor behoeftige vrouwen van hun eigen geslacht. De mannen
werden hiervan uitgesloten. Dat zij van goede huize kwamen blijkt uit hun testa
ment. Op de volgende wijze gaven zij gestalte aan hun sociale instelling en maak
ten een testament ten behoeve van de armen.
Zoals de Notaris schrijft waren zij eerbare oude maegden, in gezonde lijve
harte redenenmemorie en verstand wel gebruikende, zo klaarlijk bleek. Gedenkende
de kortheid des levens, de zekerheid des doods en de onzekerheid van de uren,
bevalen zij, zoals gebruikelijk was, eerst hun beider zielen aan in de goeder
tierenheid, genade en barmhartigheid van God, e'n hunlichaam een christelijke be-
gravenisWaarna zij hun laatste wille kenbaar maakten. Uit vrije wil in vrije
volleg er rechte wetenschap. Zonder iemands sinistere (ongunstig) beïnvloedingzo
verklaarden zij. In eerste doen zij dood en teniet alle vorige testamenten en
codicillen en andere uiterste wille, die zij voor deze hebben gepasseerdZij
houden ze voor nul, krachteloos en van geender waarde. Opnieuw willen zij dispo
neren en wederom malkander wederzijdste weten de eerstoverlijdende de langs-
levende tot univerceel erfgenaam in alles. Na eerst hun familie te hebben bedeeld
te weten: één deel van de familie krijgt vier elfde part van hun onbeschikte
goederendaarbij alle inboedel en huisraad. De andere zeven elfde part naar een
14