priester van de Sint Jacobuskerk uit die dagen is niet bekend Eerst in 1291
zal de naam van den pastoor heer Theodrick naar voren komen. Maar reeds eeuwen
was de kerk van Akersloot de plaats waar de'huisluyden' van Boekei, Lamoor en
Akersloot zich één voelden
Ook Lamoor vormde een eigen dorpje of een gehucht in die dagen, even
als "De Hoorne" 't Schouw) waar de haven en het marktveld van Akersloot waren
gelegen. De Hoorne lag in de nabijheid van een eindeloze watervlakte van brak
water, onmiddelijk en vrij met de zee verbondenIn Lamoor stona een van
vissers en akkerliedenwoningen langs de oever van de Schermeergedeeltelijk
langs de Hoge-Oosterweg en verderop langs de Munnickenlaan of Lamoorselaan
die naar de Wester-Hogedijk leidde
Als op 8 oktober 1573, bij het opbreken van her Alkmaars beleg, Pie-
ter van der Hoef met zijn jspaanse vendel over Boekei, Lamoor, Hoorne en A-
kersloot naar Wormer trekt, en door brandstichting en plundering deze huizen
groeperingen verwoestzullen er zoveel funderingen in de grond blijven zit
ten, dat men na herbouw van deze gehuchten nog eeuwen lang tijdens opgravin
gen deze fundamenten tegen zal komen. Dit is dan ook de reden geweest, dat
pastoor Wils meende dat het kasteel van Boekei in Lamoor zou hebben kunnen
staan. Van opgravingen in de Boekelermeer is niets bekend. Deze zullen wel
hebben plaatsgevonden in 1580 bij de aanleg van de dijk van die polder, die
echter niet de fundamenten van het kasteel snijdt. Toen pastoor Wils in 1931
reeds een poging deed, geheel op zichzelf aangewezen, om een parochieblad op
te richten, wat helaas maar een paar maanden bleef leven, gaf hij bij wijze
van feuilletoneen ridderverhaal over Lamoor, vol romantiekdat tevens een
aanduiding geeft over het uitsterven van het adelijk geslacht van Boekei.
Een speelse fantasie! Waarschijnlijk is het geslacht van Boekei al in 1245
uitgestorven. Zoals wij al eerder konden lezen, bij de dood van de 3 leden
van dat huis op 22 augustus en 27 december van dat jaar.
Het zou echter een gemis zijn hier niet te vermelden wat pastoor
Wils in: "Ons Parochieblad" jaargang 1 no 8 en 9 1934 daarover schrijft-,