dorp op zijn naam had staan. Deze kazerne'echter was gebouwd als geldbelegging. Het. had 6 vertrekken en zes gezinnen huurden daar een woongelegenheidwaarbij men gebruik kon maken van de gezamelijke put.Ook de sanitaire gelegenheid was voor gezamelijk gebruik. Op deze plaats voor gezamelijke rijkdom in armoede kende men ook nog uitzonderingenals één familie de huur niet kon betalen, dan werd het raam uit het kozijn genomen, ten teken dat zij een huurschuld hadden. Nu was dat in de zomer niet zo'n probleemmaar als het slecht weer was, werd deze onmenselijke handeling ook uitgevoerdDrie gezinnen tenslotte namen na geruime tijd een dapper besluit, of was het met de moed der wanhoop dat zij uit de 'kazerne' trokken. Ergens achter een wal sloegen ze palen in de grond waar zij touwen langs spanden en daar overheen legde men kleden. En kijk,nu leefden zij frank en vrij. Dit kon natuurlijk niet te lang duren, maar éénmaal in actie gekomen gingen ze verder. Aan Burgemeester Jacoh Hennis werd toestemming ge vraagd om te collecteren!'bedelenom hout te kopen en ergens verderop in de Hoogegeest drie keten te kunnen bouwen waar ze in konden wonen.Ze kregen toe stemming voor de collecte en het akkertje waar de keten op kwamen te staan kost te aan pacht maar f 2,50 per jaar. De drie bouwwerken die daar uit de grond re-, zen waren van een architectonische schoonheid die zijn weerga niet had. De bouw materialen die men verzameld had, hadden alle kleuren van de regenboogMaar ze hadden een eigen huis. Oude Akersloters weten de namen nog van die drie fa milies. AdrichemKrom en van Zwart heetten ze. Wie echter aan de zelfkant van de samenleving terecht is gekomen, is vaak de bezochte van het minder goede en ook al heb je het niet gedaan, toch ben je de dader. Zo gebeurde het nogal eens dat de pirovoost (dorpsveldwachter) de geweldige Boschman,in de richting van de drie keten moest 'kijken'Hij trof het niet tdeze kleine dienaar en drager der wet, als hij er weer eens heen moest.. Want in het eerste huis dat hij voorbij moest, woonde een vreemde vrouw, een lang mager figuur met lang zwart haar en sterk doorgroeide snijtanden. Een lotgenoot had niets te duchten, maar ja met een dienaar der wet lag dat wel even iets anders. Men vond het toch maar beter 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1984 | | pagina 27