HET AMBACHT EN DORP AKERSLOOT
MET DE WOUDE
et aangename dorp het welk gemeenlijk met de Woude genoemd wordt, om dat
er weleer groote bosschaadjen nabij gevonden werdedie men de Akerslooter
wouden noemde; doch alle welken thans niet meer voorhanden zijn; alleen
lijk is er nog een buurt en polder onder Akerslootdie de naam van de
Woude draagt; dit aangenaame dorp, zeggen wij, werd van ouds gehouden voor het
Hoofd-dorp van geheel Kennemerlandzijnde thans jammerlijk in verval-te recht
zegt de Zede-dichterCLAAS BRUYNdaarom van hetzelvedat het is:
Nu van zijn glans beroofd,
En heerlijkheidmaar 't geen weleer het hoofd
Der Dorpen plag van Kennemerland te weezen,
Doch 't geen daarna het juk heeft moeten vreezen,
Van Heerendie het hielden in bedwang,
Gedreven door de zucht tot zelfbelang
En zinnebeeld van hem, die in zijn Staaten
Te dartel leeft, die trots en uitgelaten
Den dierbren schat der vrijheid dwaas misbruikt
Totdat hij, door de nood gedwongen, duikt,
Ten spot van elk, en, in zijne ongelukken
Voor mindren dan hij zelf was, laag moet bukken:
De hoogmoed heeft hier duizenden verleid-
Wèl hun die zig dan buigt door nedrigheid
Het dorp is zeer oud,en berucht geworden door een adelijk geslacht van
dien naam, 't welk aldaar gewoond heeft; van dat geslacht vindt men genoemd
eeneHUGO VAN AKERSLOOT, op het jaar 1163; en zelfs reeds op 't jaar 1150; nog
van eenen anderen VAN AKERSLOOT Wordt vervolgd.
32
JU