wilde wel in Akersloot komen wonenmaar hij wilde de posten die hij elders
bekleeddeblijven beheren. Hij vroeg de Ambachtsheren van Alkmaar erin toe
te stemmen dat hij als schotvanger belasting-ontvangerzou worden benoemd.
Dit fiat kreeg hij en aan C.Heijnis werd gevraagd alle bescheiden in te le
veren. Deze weigerde, zich beroepend op zijn aanstelling van 22-2-1787. De
Heeren van Alkmaar werd om bemiddeling gevraagd en zij trokken de aanstel
ling in.Schout Veer werd schotvanger en daarna legde hij de eed af.
In 1792 werden met goedvinden van de Ambachtsheren de Schermer
en Starnmeer ook schotplichtigdaarvoor werd dit door het polderbestuur ge
daan. Het zou het begin worden van een "los van Akersloot" beweging in Zuid-
Schermer. Zuid-Schermer had vanaf het begin der drooglegging een eigen posi
tie bekleed in de bannedoor gedeeltelijk beheer van het polderbestuurIn
1795 was de strijd met het polderbestuur begonnen. Die strijd ging over de
jurisdictie van Akersloot, over belastingen en baten van veiling
Op 31-8-1797 schreef men in het kasboek-,
aan onkosten gevallen in Den Haag en elders, wegens 't geschil
met de Schermer v.g. 87:10:-"
De schulphandel viel ook onder het toezicht van de Schout; want op
3-4-1789 vraagt Klaas Blokker, om zijn zoon Jan aan te stellen als Schulp-
meesterdit wordt goed gevonden en de Schout gaat zelfs zover, dat hij hem
toezegt
alles te menteneeren bij zijn negotie van schulpenen dezelve
in alle zijne onderneeminge te assisteren tegen alle resistentie
welke hem van Castricum of Backum moge worden aangedaan"
De Schout stond erop dat de Schepenen ter vergadering zouden komen;
bij absentie kregen zij een boete van 6 stuivers "ten profijte van de present
zijnde regenten"Vooral bij gewichtige besluiten was het zeer hinderlijk
wanneer een of meerdere regenten niet aanwezig waren.