ET GROOT NOORD-HOLLANDSKANAAL (vervolg)
et nieuws, dat aannemer Huijskens, zwaargewond in de boerderij
van Oor Kaandorp ligt, gaat als een lopend vuurtje door het volk. En dan is
hij ook daar niet veilig meer. De mensen lopen op de boerderij toe en schreeu
wen: "Hij is nog niet dood, hij moet nog meer hebbenEn door het venster ziet
Marie Zethoven het gebeuren..Kees Duin roependDoet geen mens het, dan doe
ik het'." geeft de ongelukkige zo'n klap met de kolf van zijn geweer, dat het
in stukken breekt. Zo maakt hij een eind aan het leven van Gerrit Huijskens.
Maar het volk juicht van vreugde. Anderen zijn nog steeds aan het plunderen
en komen met zakken en schorten vol uit de aannemerskeet. Gerrit van Bemelen
is het beste geslaagd, wat hem niet belet te schreeuwen:"Gik wou
dat 'ik nog meer had!"
Uit de verhoren en de getuigenissen later, blijkt hoe uitzinnig
de poldergasten hun overwinning in de zoetelketen vierden. Kees Duin heeft
er nog het hoogste woord"Hoerahoera, ik heb hem de laatste klap gegeven."
Later bij de werf van Jan Schoor 1, terwijl hij zijn puthaak in een boom ramt
zo hard hij kan:"Gzo heb ik hem geraakt'.
Ruwe vreugde ook in de zoetelkeet van Kerkhoven, waar Piet Butte-
laar roept;" Bij God, baas Huijskens is dood, de hond: Wij hebben hem in het
huis gesleept van de jongen die hij heeft doodgeschoten: En op dien hebben wij
hem gelegd.
Als uiteindelijk het slagveld wordt ingenomen door zeventig kuras
siers, onder aanvoering van de Kommissaris der politie, staat ieder der on
verlaten er heel rustig bij, voor zijn keetje en weet van niets.... Maar met
de komst der militairen is wel direkt de rust teruggekeerdNatuurlijk zijn
de ergste belhamels op de vlucht voor de justitiezoals weldra uit klachten
van boeren uit de omgeving blijkt.