Van Aapenen weet johannem Heg.eA.aad vnij te knijgen en Aamen doen je
een laatAte poging om tiet voik tot bedanen te bmengen. Het -Lijkt te tukken!Om beunt en
Apneken jij tot de menAen om de keet. Ze jeggen toe, dat het wenk jat wonden opgemeten
en naam. aiien genoegen jat wonden uitbetaatd.
Het wondt nu nuAtig. N\aam de Apanning btijft. AfgeApnoken wondtdat
dmne ventegenwoondigenA van de potdemgaAten, met Van AApenen en Hegenaad naam HuijAkenA
jutten gaan, om eem Achmkking te tmeffen. Zo geAchiedt. De ondemkandetaamA jwemen, dat,
atA HuijAkenA naam buiten jat komen, kern nietA jat gebeumen. Atm de aannemen daamop eemAt
aamjetend en paA na aanmaning van Van AApemen utt jtjn venmtem kiimt, genuAtgemteid
nadembij komt, accoond gaat met de voongemtetde Actiikking en Peten Buttenaam de
hand neikt, bttjkt wat de belofte van de ondemhandetaamA waamd iA. De Apanning ontiaadt
jich. Len hjuuchetachtig gejicht vinden de menAen dit! Sn opeenA neemt de woede en de
haat ween de ovemhand. Van atte kanten dmtngt het voik ween toe. Ze beginnen te Achneeu-
wen: 'We hebben hem! We hebben hem!" Sn de aanhoudende noepStaat op de AcJxetm, toe
maan!
Doon atte dmukte jiet niemand, dat ieieman met een twee meten tachtig
iange WaichemAe paai aan komt jetten. Hij iA nu viak bij HuijAkenADan voigt een
gewetdige dmeun.hij heeft HuijAkenA vanachtenen op het hoofd gemaakt! HuijAkenA Atont
ineikaan. Hegenaad. en Van AApemen weten niet hoe Anet je weg moeten komen! HuijAkenA
wondt, temwiji hij op de gmond iigt,ovemai doon Pietje Baag, Tieieman van Dungen, Hein
Kempe en veie andemen,gemaakt. Zijn gouden hotioge, een timekeepen van f600,- wondt hem
ontnoofd. HuijAkenA noept nog:" Neem ai mijn geid en goed, iaat mij atteen nog mijn on-
dembnoek en het teven! Het iA te iaat! Om haif vijf Atonmt het voik de woning van HuijA
kenA bennen en piundemen en vennieten atteA wat je kunnen vinden. Ze iaten de aannemen
voon dood op de gmond Liggen. Niaan atA hij iaten nog wat beweging toont en jeift nog om
een Aiokje watem weet te vnagen, knijgt Hendmik Veen, de AchootmeeAtem en ontvangen van
AkemAioot het gedaan, dat twee potdemgaAten de jwaangewonde op een iadden naam de boem-
demij van Con Kaandonp bnengen.
QegevenA voon dit vemhaai komen uit het anchief van Aikmaam en uit het boekje, "Dit jijn
mijn benen"Het iA opgejocht doon de anchmefwenkgmoep en geAchmeven doon;
Wondt venvoigd. Niamg Bakkem-Schoon