gig tri de hoek, de heen Lagenwel.g, de ondenbaaA van. HulgAkenA jutten. Tienend vLiegen ge op kern af, doch hlg weet nog. net. te ontkomen aan een fLink pak Alaag. In de irente komt de gmote g/ioep aan. De mannen venlaten de keet en Alulten glch ook aan. De laatAte aanlegplaatA de dnankAtal van BemnamduA Zetkoven. De dmank- Atat Za en.ket en aLteen doon een paan bomen en een Atapet nlgAhout van de keet van Qemmlt HulgAkenA geAchelden. Dan komen en nog. geAtlg man dte gehulAveAt wa nen big Qfogef Smidt en Zetkoven, de gnoep venAtenken. Uit de boemdemlg van ConnettA Kaandonp komen ook nog. eenA dentlg poldemgaAten. HulgAkenA heeft glch opgeAchalen, Aamen met glgn ondenbaaA 'Roelof Stuifzand en gngn tlmmenman BaAtlaan Bol. Ze gitten bovenop de golden van de aannemenAkeet. In wondt ge- Achneeuwd en geilend, dat HulgkenA tiet wenk moet opmeten en eemllgk uitbetalen. Ze willen nog. veel meen. Ze willen eten, geld voon geneven, maan ook HulgAkenA dood! ffohanneA Heg.enaad, de compagnon en Atllle bong van HulgAkenAdie met tiet volk minden te Atellen heeft en doon glgn deftig ultemllgk ge gag Inboegemt, gnlgpt dit InatAte aan om de gaak te Atlllen. Hlg Atelt voon, twee gulden en een nlgkAdaalden uit te betalen, maan de mennen Achmeeeuwen om meen. Riet gnoot gebaan doet hlg en nog gen halven big.. Nu wondt het volk al nagenden. Bantge de gandvaam- Aten, pakt een paan tunven en knlkkent de namen van de keet In. Tlgmen Knaayenhof, een van de vennlende benen, doet gnetlg. mee en nlaat de Aponnlngen enult. Hegenaad doet glgn laatAte poging, aIa het volk naam binnen wil dnlngen. Hlg noept: "Qaat niet naam binnen, want gig. glgt een kind deA doodn! HulgAkenA heeft wel hondend gewemen big glcJi". Toon Sulman Ia doon de dnank doon het dolle keen. Zwetend en met vuumAchletende ogen Achmeeuwt hlg Hk moet emin, algoude Ik Atenven!Hlg knlggt glgn gin! Na een waanAchuwlng wondt hlg. Indemdaad van binnenuit doon HulgAkenA doodgeAckoten. Hlg valt uit het naam. £ven Ia het Atll.dan begint het volk nog handen te Achmeeuwen en dnlngt op naam de keet. Quua OoAtemllng klimt nu Anel op het venAtem om ongeglen binnen te dnlngen. Dit mlAlukt. Ween valt en een Achot, en ook Quua valt dood op de gnond De demde Ia Hendnlk Kempen, hlg loopt Achotwonden op In glgn bil en mug. De meriAen klgken vemAchmlkt naam hun twwe dode vmlenden en de gwaamgewonde. Ze wonden bang en delngen temug.De kmom- me banblen giet het aan en begint de. menAen ween op te gutten.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Groene Valck - Akersloot | 1982 | | pagina 12