idden maant zond Westenwold zijn vice-adminaal Willen Jacobz.
losten met zen vloot naan Ceylon om zen tweede poging tz wagen. Op 18 apnil kwam hij
voon dz kust van Ceylon aan Vaan. vennam hij dat dz pontugese commandant van hzt
gannizoen, genenaal Vizgo dz Nelho dz Casino was gzdood. Met behulp van dz tnoepen van
dz koning wenden en twee battenij en om hzt font gelegd. Na twee dagen venscheen de
koning pensoonlijk met 15000 soldaten en sloeg, een mijl van Batticalo venwijdend zijn
tenten op. Waan Westenwold ,die inmiddels ook iocló geanniveend hem bezocht.
Op 18 mei opende Coaten het vuun en na een gevecht van 4 uun gaf
hzt font zich oven met 100 mensen,waanvan 50 pontugezen. Ve pontugezen mochten het
font zonden wapen* venlaten, de singalezen wenden volgen* afspnaak aan de koning oven-
gegeven.
Enige dagen na de ovenwiming wend de koning met zijn gevolg uit
genodigd het (5ont te in*pectenen. Hij voelde zich lienoven eng veneend, want de pontu
gezen wanen zijn tegemtanden* geioeest, de Holiandem bewezen hem de een van bondgenoot.
Ve venovenim wa* op zich van weinig waande, en wanauwelijks buit in het font aanwezig.
Op venzoek van de koning wenden 8 leiden* den Singaiezen gespietst. Het wanen zogenaam
de ovenlopens die veel landgenoten hadden ovengehaald zich bij de pontugezen aan te
sluiten. Ouden bevel van Willen Jacobz. bleven 100 Hollanden* in het font Batticalo
achten om het te vendedigen. Oosten kneeg het paleis van de koning als nesidentie.
Hij wend benoemd tot commandant en moest tevens toezien dat het vendnag dat doon de ko
ning enenzijds en doon Westenwold en hem van Nedenlandse zijde was getekend wend nage
komen. Helaas was in de Nedenlandse vensie van dat vendnag een belangnijke zinsnede weg
gelaten en dat bnacht Oosten algauw in moeilijkheden.
In het dende antikei van het vendnag, handelend oven de andene pon
ten die nog in Vontugese handen wanen en nog doon de Nedenlanden* venovend zouden wonden,
stond in de Vontugese vensie [de taal die de koning kon lezen} dat die bij het Neden
landse gannizoen gevoegd zouden wonden, als de koning dat wenste. Vit laatste was opzet
telijk in de Nedenlandse vensie weggelaten en wend de oonzaak van alle pnoblemen.
Raja Sinha was een typische oostense vonst die zichzelf, voontdunend op slinkse wijze
wist te venbetenen en alle mazen van het net wist te vinden. Helaas wa* Willem zeen
heet gebakend en necht doon zee, zodat deze twee tegenpolen al gauw op gespannen voet
leefden.Een situatie die voon onze Willem even onvenwachts als schokkend afliep.
30