Op zaterdag voor Pinksteren, op
Luilakmorgenwas het in Noord
Holland de gewoonte dat de jeugd
in alle vroegte de straat opging om
iedereen, door het maken van veel
lawaai, wakker te pesten en als het
maar eventjes kon, boos uit bed te
jagen. Voor ons een jaarlijks terug
kerend lawaaifeest, waar we veel pret
aan beleefden. Een nadeel was dat
je er zelf ook vroeg voor uit je bed
moest.
Na afloop van de herrieschopperij
had ik met mijn vriendjes Glijn en
Tijs ter plekke besloten om om
meeuweneieren te gaan. Zo tegen
Pinksteren was de ideale tijd om
meeuweneieren te gaan rapen in de
meeuwenbroedkolonies bij Bergen
aan Zee. Ik zou mijn vader er zeker
een groot plezier mee doen. Ze
smaakten een beetje vissig en hij was
er gek op. Voor Derrepers beteken
de een gekookt meeuwenei een ware
smulhap.
De zon was nog maar net opgeko
men en onvoorbereid, zonder ook
maar een sneetje brood te hebben
gegeten of iets te hebben gedron
ken gingen we op pad over een stil
en nevelig ochtendstrand, richting
Bergen aan Zee. Ter hoogte van het
meeuwenreservaat klommen we van
af het strand het verboden duinge
bied binnen en waagden ons midden
in de meeuwenkolonie. We hoopten
dat het reservaat zo vroeg in de
morgen nog onbewaakt zou zijn en
dat de groenpetters' 1 na een slapeloze
luilakochtend alsnog in slaap waren
gevallen. Gestoord door onze komst
gingen duizenden meeuwen luid
krijsend op de wieken en voerden
venijnige duikvluchten op ons uit.
Vlak langs onze hoofden scherend
en pikkend probeerden ze ons van
hun nesten weg te houden. De lucht
wemelde van de vogels en hun ge
schreeuw was onheilspellend angstig.
Het duin lag her en der bezaaid met
bruin-groen gevlekte crèmekleurige
eieren in zandkuilnestjes, tussen het
helmgras. De nesten met drie of
vier eieren lieten we ongemoeid. Ze
werden al bebroed, voelden warm
aan en waren dus ongeschikt om te
eten. Uit de nesten met twee eieren
pakten we één ei. Hiervan wisten
we zeker dat ze niet vuil waren, dus
onbebroed en goed eetbaar. De eie
ren knoopten we in een zakdoek of
stopten ze onder ons hemd boven
onze broekriem. Tijdens het broed-
seizoen werd het reservaat streng
bewaakt en de groenpetter die dienst
had werd door het gekrijs van de
meeuwen direct gealarmeerd dat er
weer Derrepers in de kolonie waren.
Dat kon dan niet missen! Intuïtief
zijn Derrepers in de duinen altijd
op hun hoede, kijken regelmatig
verkennend rond om vooral op tijd
overheidsdienaren te signaleren en te
vlug af te zijn. Derrepers komen nu
eenmaal het liefst op plekken in het
duin, waar je niet mag komen. Ze
beschouwen dat tot op de dag van
vandaag als een soort geboorterecht.
Thuis in eigen duin!
Op het moment dat een groen-
petter over de duinkam verscheen
schreeuwde Tijs daarom direct:
"Een groenpetter, lope.Zo hard we
konden, renden we over het mulle
zandpad richting het strand.
1 De duinwachters werden in die tijd groen
petters genoemd