rijkste Egmondse redersfamilie die als eerste ondertekende. Ruimdenkend als hij was, zou hij wel eens de geestelijk vader van de gemeene casse geweest kunnen zijn. In zijn latere testament was geld gereserveerd voor een God en Provenhuis voor drie arme mensen onverschillig van wat Religie ze zijn1 <8). Vervolgens wordt uitgebreid omschreven welk bedrag zal worden uitgekeerd voor de schuit door de vijand genoomen zijnde, in den gronde gehakt ofte verbrandt'. Voor een nieuwe schuit werd fl 1000 uitgekeerd, voor elk jaar langer in de vaart 70 gulden minder. Deze bedragen golden ook voor het rantsoenerenvan de schuit, het losgeld betalen aan kapers om het schip terug te krijgen, waarvoor de schipper alle mogelijke devoirsof moeite moest doen. Verderop valt uit de tekst op te maken dat de persoon die op reis ging om de schuit af te kopen de reiskosten vergoed kreeg, een extra beloning van 36 gulden en een vergoeding voor het mislopen van visinkomsten. Deze bepaling over rantsoenering in de buul is naar mijn mening het bewijs dat er sprake geweest moet zijn van kaperij. Een in oorlog buitgemaakt schip wordt niet aan de vijand terugverkocht. Ook het verlies van vistuig en kleding werd door de buul vergoed. Bij een gehele scholvleet - wat we tegenwoordig een staand want noemen - een bedrag van maar liefst 250 gulden! Voor een hoekwant - een beug - werd slechts drie gulden en tien stuivers uitgekeerd. De afgenomen trouwring of het oorbelletje werd niet vergoed. Werd een visser gevangen genomen, dan ontving zijn gezin wekelijks 2 gulden en 10 stuivers, voor een jongen de helft van dat bedrag. Interessant is ook het vervolg van dit artikel: elke visser afzonderlijk had een of meer beugen aan boord, thuis geaast en in een warrebak opgeschoten. De hoogte van de uitkering werd mede bepaald door het verlies van dat aantal lijnen. Ook bij de haringvisserij met buizen was deze partenrederijgebruikelijk. De rederij leverde het schip, de stuurlui en vissers de netten(9). Wasje bij de strijd om het behoud van de schuit gewond geraakt, dan ontving je gedurende je genezing per week 4 gulden en 10 stuivers; bij volledige invaliditeit had je recht op 'het gewoone landverset'een mij onbekende uitdrukking die vermoedelijk basisloon betekent. In het laatste artikel werd de onvoorzichtige schipper die buiten 't gesigt van de Hollanse Wal te visschen vaart en genoomen werteen extra boete opgelegd van 150 gulden. Geestgronden, 25 (2018), nr. 2/3 55

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2018 | | pagina 9