geleden schade van een lid en het overschot van de inbreng niet als winst naar
derden gaat maar in het fonds blijft. Het oprichten van deze Gemeene Casse
in dat jaar 1748 roept een aantal vragen op. Was deze Egmondse kas in die tijd
uniek of kwam deze in meer vissersplaatsen voor? Welke omstandigheden
dwongen de vissers en reders ertoe deze overeenkomst aan te gaan? Was er
wellicht een verlichte geest in het dorp die het initiatief nam?
De Zeevarende Buydel van Graft
Jammer genoeg is van Egmonds Gemeene Casse alleen de oprichtings
oorkonde bewaard gebleven. De boekhouding en verslaglegging zijn helaas
verdwenen. Alleen de rel in het jaar 1809 tijdens de Franse overheersing,
waarover ik vorig jaar in Geestgronden schreef, toen door het franse visverbod
de vissers massaal eisten een uitkering uit de buul te mogen ontvangen(2).
Welwas er ruim honderd jaar eerder, in het jaar 1634 door de zeevaarders van
Graft, het Noordeinde van Graft en van West- en Oost-Graftdijk een soortgelijk
fonds opgericht. Deze dorpen lagen toen aan open water naar de Zuiderzee
en waren met De Rijp zeer welvarend door de walvisvangst bij Spitsbergen
en de haringvangst op de Noordzee. De burgemeester van Graft bepaalde
dat de buydelalles wat een gevolg was van rampspoeden zou vergoeden.
Men had in die laatste jaren van de Tachtigjarige Oorlog vooral veel last van
kaperij van de vermaledijde DuynkerckersVlaminghe ofte Biscayers'Werd
het eigendom van een Graftenaar door deze onverlaten ingepikt dan kon de
waarde van het schip uit het fonds aan de eigenaar worden vergoed. Voor
de gevangen genomen bemanning werd aan Duinkerken costgeldbetaald,
waarvoor hun betere montcostwerd verschaft. Ook werd men tegen een
hoge prijs vrijgekocht. Als losgeld voor de Graftenaar Sijmon Cornelis Hoen
werd bijvoorbeeld in 1639 een bedrag van maar liefst fl 4947 uit de buydel
betaald.
Toen de dorpen op het Schermereiland door inpolderingen werden ingesloten
en de zeevisserij grotendeels verdween, verloor de zeevarende buydel haar
oorspronkelijke functie en kreeg een ander, charitatief doel. Het kapitaal
werd belegd in landerijen en staatsleningen. Van dat geld kregen de armen
elke winter een uitkering(3).
De zeevarende buydel van Graft is, voor zover ik heb kunnen nagaan(4) in de
zeventiende eeuw enig in haar soort en zal mogelijk als voorbeeld gediend
hebben voor de oprichting van de Egmondse Buul. Maar wat was dan wel de
52 Geestgronden, 25 (2018), nr. 2/3