bestaand land) gaan hier niet mee akkoord, aangezien ze aangeven meer last
dan voordeel te hebben van de droogmaking. Toch wordt de tweede droog
making in gang gezet en zal via arbitrage tot overeenstemming worden
gekomen. In april 1578 wordt onder toeziend oog van de notaris door de
landmeter Mr Louris Pietersz. en andere getuigen een inventaris gemaakt
per eigendom oud land waaruit blijkt dat het oude land wel degelijk profijt
heeft van de droogmaking. In augustus 1579 valt de Egmondermeer weer
droog. De twee partijen hebben dan nog steeds geen overeenstemming over
het profijt en de kostenverdeling. Op 18 september 1579 doen de arbiters
uitspraak en komt het op 21 september tot een overeenkomst uit naam van de
oudste zoon van Lamoraal van Egmont, Philip van Egmont (1558-1590). De
ingelanden van oud land betalen twee-vijfde van de omslag van nieuw land
voor de bouw van de twee nieuwe molens, Geest- en Visscherijmolen. De
graaf van Egmond neemt het gehele onderhoud van boezemvaartbedijking,
de wegen en bruggen van de polder op zich. Tevens wordt vastgesteld dat
de ingelanden met oud land één molenmeester mogen aanstellen en de graaf
de andere. Jaarlijks zal de rekening opgemaakt worden in Alkmaar waarbij
twee of drie hoofdingelanden bij aanwezig zijn op kosten van het water
schap. De Egmondermeer wordt eigenlijk vanuit de graafschap van Egmond
bestuurd door de rentmeester. Samen met de ingelanden worden keuren en
ordonnanties vastgesteld. Dat dit uit naam van de graaf Philips van Egmont
gebeurt, is bijzonder omdat zijn goederen op 20 augustus 1579 al zijn gecon
fisqueerd door de Staten van Holland. Philips van Egmont heeft als katholiek
het Spaanse kamp van Koning Philips II gekozen in navolging van de Zuide
lijke Nederlanden waar hij ook grondbezit heeft. Het financieel beheer komt
met de confiscatie in handen van een door de Staten van Holland aangestelde
rentmeester. De zuivere inkomsten komen dan ten goede aan de zussen
Francoise, Eleonora en Sabina van Egmont die weer in de Noordelijke Ne
derlanden wonen en zijn overgegaan naar het protestantse geloof.
Op 14 maart 1590 sneuvelt Philips van Egmont te Ivry met de troepen van
koning Phillips II in de strijd tegen koning Hendrik IV van Frankrijk. Zijn
broer Lamoraal II van Egmont (1565-1617) wordt dan de graaf van Egmond
en maakt aanspraak op de goederen. Deze zijn met veel schulden belast. De
Staten van Holland staan niet positief tegenover deze aanspraak omdat
Lamoraal II sympathie heeft getoond voor het Spaanse kamp en met de
Egmondse goederen aanspraak kan maken op toegang tot de Statenver
gadering. Na het overlijden van zijn broer is hij veel in Holland en woont
van 1593 tot 1605 te Egmond op het landgoed. Vanaf 20 november 1598
worden de Egmondermeergronden in bezit van het huis Van Egmont op last
42
Geestgronden, 25 (2018), nr. 1