De spanning tussen het dagelijks bestuur en de regerende adel loopt hier
door op. Egmont wordt aangewezen om de standpunten van de Liga onder
de aandacht van koning Philips II te brengen. In de aanloop naar de reis die
hij in januari 1565 naar Spanje onderneemt, dringt Brederode erop aan om
samen met de andere ridders een document op te stellen. Hierin verbinden
ze zich om Egmont te wreken, wanneer hem op zijn reis naar Spanje iets zou
overkomen/27' Volgens de riddertraditie wordt dit op 26 januari 1565 met hun
eigen bloed ondertekend. Het document wordt aan zijn vrouw gravin Sabina
van Beieren overhandigd. Nog voor de terugkomst van Egmont uit Spanje
is kardinaal Granvelle vertrokken - op 13 maart 1565. Het lijkt Egmont dat
hij zijn opdracht heeft volbracht en hij brengt positief verslag uit van zijn
besprekingen met de koning. In de brief van 13 mei van de koning aan de
edelen staat echter geen enkele toezegging en in zijn brief van 17 oktober
wijst Philips II de verzoeken af.(28) Hierdoor raakt Lamoraal van Egmont een
deel van het vertrouwen van de adel kwijt.
Brederode raakt al vroeg betrokken bij dit verzet. De vrijstad Vianen, in die
tijd de residentie van de Brederodes, is voor dat verzet de uitvalsbasis/29'
Hendrik van Brederode geeft samen met Lodewijk van Nassau, de broer van
Willem van Oranje, leiding aan een verbond van met name lage adel - het
zogenaamde Compromis. Hun eerste daad is het voorbereiden van het eerste
Smeekschrift dat verzocht om verzachting van de plakkaten. Op 5 april 1566
- als de Berger- en Egmondermeer al bemalen worden - wordt dit Smeek
schrift door het Compromis onder leiding van Brederode aangeboden aan
de landvoogdes, Margaretha van Parma/30' Brederode maakt een rondreis in
Holland om steun te verwerven voor het Compromis onder de edelen en in
juni 1566 doet hij de heerlijkheid Bergen aan, waar hij de gelegenheid te baat
neemt om de drooggemaakte Bergermeer te inspecteren. Het schijnbaar mil
dere beleid van de landvoogdes leidt tot meer hagenpreken en verzoeken om
eigen gebedshuizen in de steden en dorpen. Op 14 juli preekt de mandenmaker
Jan Arentsz. buiten de grens van Alkmaar op een korenakker in de Bergermeer
onder de jurisdictie van Brederode. Hij heeft op deze plek daarna nog twee a
drie keer gepreekt/31'
In de Zuidelijke Nederlanden loopt de spanning inmiddels hoog op, mede
door mislukte graanoogsten. Dat leidt tot de Beeldenstorm, die op 10 augus
tus 1566 in Steenvoorde begint. Een golf van vernielingen verspreidt zich via
Brussel en Antwerpen naar Amsterdam en Utrecht. Op 2 september 1566 is
Alkmaar aan de beurt, na een privébezoek van Hendrik van Brederode aan
deze stad/32' In het najaar van 1566 probeert Brederode de stad Utrecht in
het kamp van de opstandelingen te brengen, hetgeen mislukt. Ook Amster-
36
Geestgronden, 25 (2018), nr. 1