als opperbevelhebber definitief heeft gevestigd. In 1554 arrangeert Lamoraal
van Egmont het huwelijk van (toen nog kroonprins) Philips II en koningin
Maria Tudor om Engeland aan de Habsburgse kant te krijgen. Dat huwelijk
is van korte duur door Maria's overlijden in 1558. De verstandhouding met
het Franse koningshuis verbetert en de vrede tussen de twee partijen wordt
bevestigd door het huwelijk van Philips II met Elisabeth, de dochter van de
Franse koning Hendrik II. Lamoraal van Egmont regelt de onderhandelingen
voor het huwelijk. Koning Philips II benoemt Willem van Oranje op 7 augustus
1559 tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Lamoraal van Egmont
benoemt hij tot stadhouder van Vlaanderen en Artesië. Beiden worden tevens
lid van de Raad van State.
In verzet
Ten tijde van de ondertekening van het Accoort vande nijewe vaert en de
droogmaking is de relatie tussen Lamoraal en Hendrik nauw verbonden met
het (indirect) verzet tegen het landsbestuur van Philips II. Na de vrede met
Frankrijk in 1559 en het daaropvolgende vertrek van Philips II naar Spanje
groeit de onvrede in de Nederlanden over het landsbestuur steeds meer uit
tot verzet. Dit verzet beoogde het behoud van privileges en is gericht tegen
de centralisatie van de macht, het verkrijgen van godsdienstvrijheid en ver
zachting van de plakkaten. De bezwaren zijn ook gericht tegen de nieuwe
kerkelijke indeling en het handhaven van de Spaanse troepen.
Egmont raakt van koning Philips II verwijderd, mede door de machtspolitiek
van landsbestuurder kardinaal Granvelle onder landvoogdes hertogin Marga-
retha van Parma, de halfzuster van Philips II. Granvelle is een vertrouweling
van Philips II. Centralisatie van de macht, strenge wetgeving, inquisitie en
onderdrukking van het volk drijven Egmont in het kamp van de gematigden.
(25) Willem van Oranje en Lamoraal van Egmont schrijven op 23 juli 1561
samen een brief aan de koning over hun onvrede.(26) In mei 1562 verenigen de
hoge edelen Oranje, Egmont, Horne, Montigny, Bergen, Aremberg en Megen
zich in de Liga, met als doel de landsbestuurder Granvelle weg te krijgen en
de Raad van State weer de landszaken te laten behandelen. De Liga zoekt
daarbij ook informeel contact bij het verzet onder leiding van Brederode en
Lodewijk van Nassau. Dit verzet, genaamd het Compromis, richt zich vooral
op de godsdienstvrijheid.
Op 29 juli 1563 richten Oranje, Egmont en Horne zich in een nieuwe protest
brief tot Philips II, waarin ze hem meedelen hun zetel in de Raad van State pas
weer te willen innemen als kardinaal Granvelle geen zitting meer heeft in het
dagelijks landsbestuur. Dit uit protest tegen de machtpositie van Granvelle.
32 Geestgronden, 25 (2018), nr. 1