vaart en ten noorden van de boezemvaart richting de Abdij geen molenbema ling kent. Mogelijk vindt dit plaats door afwateringssluisjes of een duiker naar het Maalwater. Het Maalwater heeft wel een ringvaart welke voornamelijk de eilanden Klein- en Groot Wilgen omsluit. Het Maalwater maakt bij aanvang onderdeel uit van de droogmakerij van de Egmondermeer. In de Egmonder- meer worden bij aanvang drie achtkantig watermolen neergezet/24' De Geest molen aan de oostkant uitwaterend op het boezemwater van de verlengde Hoevervaart. De molen is nu opgenomen in de bebouwing van de woonwijk De Hoef in Alkmaar. De Bosmolen halverwege de Bergerringvaart, aan de noordzijde van de Egmondermeer uitmalende. De derde molen is de Purme- render watermolen aan de westkant van het Maalwater. Bij de tweede droog makerij na 1578 wordt een nieuwe achtkantige molen aan de oost- in plaats van de westkant herbouwd. Verder zijn er bij de eerste droogmakerij drie klapmolens. Eén daar van is de nieuwe molen aan de noordkant van het Maalwater. De ander twee zijn de al bestaande Hoevermolen en Visscherijmolen. De Hoevermolen aan de kant van Egmond aan den Hoef aan het eind van de Wimmenummervaart bemaalt de Beerhemmerpolder. De Visscherijmolen midden in de Egmondermeer die haar water uitslaat aan de zuidkant naar de Hoevervaart. Met de tweede droog making wordt in 1578 de Vissscherijmolen herbouwd als achtkantige molen en zal ook de verwoeste Geestmolen herbouwd worden. Het gebied tussen de Hoevervaart, de Kromme Sloot en de Berger Ringvaart kent na 1578 drie verschillende watemiveaus dat van de hoger gelegen Visscherijmolen, lagere Bosmolen en Geestmolen. Bij de eerste droogmaking hebben de waterschappen en molenmeesters van Geestmerambacht op 19 juni 1564 vergunning verleend aan de heren Egmont en Brederode om gedurende 14 dagen de molens van het Ambacht voor hun rekening te laten draaien. De Rekerdijk is op verschillende plaatsen doorgestoken waardoor het water kan aflopen naar het gebied van Geestmer ambacht. De voorwaarde die gesteld wordt, is dat de gaten in de Rekerdijk daarna gedicht zullen worden. De molens zijn direct vol in bedrijf gegaan. Door het verlaagd waterpeil, het is inmiddels zomer, wordt het graven van de vaarten vereenvoudigd. In 1566 vallen de Berger en Egmondermeer droog en wordt gestart met de verkaveling van het nieuwe land. In 1567 en 1568 wordt in de Bergermeer het nieuwe land grotendeels verpacht en slechts een klein deel verkocht. 30 Geestgronden, 25 (2018), nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2018 | | pagina 32